Hoe de Bezige Bij W.G. Sebald (1944-2001) verbastert – Vreemd gegoochel met de foto’s in de roman ‘Austerlitz’
Door Reinjan Mulder
Een van de vele fascinerende kenmerken van het proza van de 20 jaar geleden overleden schrijver W.G. – ‘Max’ – Sebald (1944-2001) is dat hij zijn teksten vaak voorzag van kleine, hard afgedrukte zwart-wit foto’s. Zoiets valt op en in de loop der jaren viel dat zelfs zozeer op dat de Deutsche Sebald Gesellschaft (DSG) afgelopen weekend een video-conferentie wijdde aan: ‘Sebalds Bilder – (Un)Sichtbares im Werk W.G. Sebalds’.
Ik had er thuis mijn Bezige Bij-vertalingen maar eens bijgepakt, maar raakte al snel de draad kwijt toen ik merkte hoezeer de Nederlandse opmaker de Duitse oer-editie van Sebalds roman Austerlitz (2001) had losgelaten.
Waar Sebald in de Duitse editie twee ‘rijmende’ beelden tegenover elkaar zet, daar laat de Nederlandse vertaling dat na, waar in Duitsland twee foto’s boven elkaar staan, daar is bij ons de volgorde omgedraaid, ergens anders verwisselt de Nederlandse editie zonder enige noodzaak een linker- en een rechterfoto, en op een mooie Duitse ‘spread’ van fraai tegenover elkaar geplaatste foto’s van deuren en ramen heeft de Nederlandse editie één foto, van een deur tussen twee ramen, weggelaten, zodat de zo zorgvuldig in elkaar gezette compositie volledig in het water valt.
Wat zou Sebald daarvan gezegd hebben?
Tijdens de video-conferentie vertelde zijn laatste Duitse redacteur, de schrijver Wolfgang Matz, hoe de schrijver op de uitgeverij altijd actief meedacht over de plaatsing van de foto’s op de pagina’s en dat hij zelfs niet te beroerd was om een paar zinnen te schrappen als dat een foto mooier tussen de tekst plaatste. Het karakter van een tekstblok moest natuurlijk zoveel mogelijk behouden blijven, maar als dat zo uitkwam, voegde hij soms nog wat tekst toe, om het geheel er nog wat beter uit te laten zien.
Het beeld in Sebalds boeken, aldus Wolfgang Matz, moest van hem altijd zo veel mogelijk geïntegreerd zijn in de tekst. Het beeld hoorde bij de tekst.
Een andere spreker, Verena Lenzen van de Universität Luzern, wees er daarna op hoe W.G. Sebald in zijn boeken woord en beeld meestal probeerde te laten reageren op elkaar, door zijn foto’s precies daar te laten plaatsen waar de tekst ernaar verwees. Sebald zette zijn foto’s ook het liefst ergens midden op de pagina, tussen twee tekstblokken, en niet aan de rand, of hij accentueerde bepaalde woorden door ze direct achter een toepasselijke illustratie, midden op de regel te plaatsen. Of
hij hield door het plaatsen van een foto de loop van de tekst even op, zodat er een extra spanning in kwam.