Discussies over het nieuwe Rusland – Met Karl Schlögel en Andrej Bitov in het Leningrad van 1990
Tags: Anatoli Sobtchak, Andrej Bitov, Gulliver, Karl Schlögel, Leningrad, Nevski Prospekt, Petersburg, Rusland

Kaart die ik na onze conferentie van Karl Schlögel ontving, gepubliceerd bij de tentoonstelling Im Rausch des stalinistichen Romantizismus in Berlijn
Door Reinjan Mulder
In het begin van de twintigste eeuw was Sint-Petersburg een welvarende Russische stad vol koffiehuizen, krantenkiosken en discussiërende intellectuelen. Totdat de communistische revolutie uitbrak en de stad een paar jaar later in Leningrad werd herdoopt. In 1991 kreeg de stad uiteindelijk weer zijn oude naam terug. Betekende dit dat de zogeheten glasnost en perestroika ook weer de weg vrij maakten voor een terugkeer van het drukke leven op de Nevski Prospekt?
In het voorjaar van 1990 woonde ik in de noordelijke Russische stad een wonderlijke conferentie bij van Europese schrijvers over de rol van de steden bij het ontstaan van Europa: ‘Het gaat er om dat we nu iets met de nieuwe openheid gaan doen,’ hoorde ik daar. Kon de voormalige Russische hoofdstad binnenkort niet in zijn oude glorie herleven? Zouden op de vermaarde Nevski-prospekt de levendige café’s misschien weer open gaan, zouden de warenhuizen weer gevuld kunnen worden met luxegoederen, en zouden de kiosken net als vroeger weer kranten en tijdschriften uit de hele wereld gaan verkopen? Kregen de banken hun oude functie weer terug? En ten slotte: zou het intellectuele en artistieke klimaat van de stad daardoor weer net zo inspirerend worden als aan het begin van de vorige eeuw? Dit is – geactualiseerd naar 2025 – wat ik er in het CS Literair van NRC Handelsblad over schreef:
DE RENAISSANCE VAN NEVSKI PROSPEKT
Volgens de Berlijnse historicus dr. Karl Schlögel die op de conferentie in het kader van de groep ‘Gulliver’ in Leningrad aanwezig was, was een succesvolle Renaissance daar weer heel goed mogelijk. Volgens hem zou de in 1703 door Tsaar Peter de Grote gestichte stad in 2003, bij het 300-jarig bestaan, weer dezelfde rol zou kunnen spelen als aan het begin van de 20ste eeuw. De toen 42-jarige Schlögel deed zijn voorspelling op een historische plaats en op een al even historisch ogenblik. Een conferentie in het Majakovski Huis van de Leningradse Schrijversbond van het internationale gezelschap ‘Gulliver’, waaraan voor het eerst zowel Russische als Westeuropese intellectuelen meededen. En bovendien de eerste semi-officiële conferentie in Rusland, waaraan ook verbannen schrijvers als Georgi Vladimov en Andrej Sinjavski meededen.
Kort voor de conferentie begon, was al bekend dat er in de stad een nieuwe politiek fase was aangebroken doordat de eerste democratisch gekozen burgemeester in meer dan zeventig jaar was aangetreden, Anatoli Sobtchak. Iemand die op dat moment door overtuigde niet-communisten nog gezien werd als ‘een van ons’. Om dit te accentueren had hij al meteen na zijn verkiezing laten weten ook goede betrekkingen te willen aanknopen met de zo recalcitrant geachte Baltische staten.
Hoe vreemd de voorspelling van Karl Schlögel in eerst instantie ook klonk voor sommige westerse conferentie-deelnemers die net voor het eerst hadden kennis gemaakt met de enorme armoede en het verval van Leningrad, zijn ideeën kwamen ook niet helemaal













