Tijd voor excuses – bij de opening van het W.F. Hermansjaar

Sylvia Willink, Willem Frederik Hermans, brons, 1981

Door Reinjan Mulder
Dinsdagmiddag, op 31 januari, zal burgemeester Halsema samen met de Belgische oud-premier Guy Verhofstad rond 4 uur in de Nieuwe Kerk een gedenksteen onthullen ter ere van W.F. Hermans. Daarmee zal ze officieel het Willem Frederik Hermans-jubileumjaar openen. De in 1995 overleden schrijver werd dan bijna een eeuw eerder, op 1 september 1921 om 11 uur ‘ s morgens, in Amsterdam geboren, in het Diaconessenhuis aan de Overtoom, vlak bij zijn ouderlijk huis: Brederodestraat 93 I.
Het onthullen van zo’n gedenksteen in de Nieuwe Kerk is een eervolle gebeurtenis, die eerder deze eeuw alleen aan heel grote namen uit de literatuurgeschiedenis ten deel viel, zoals Multatuli, in het Multatulijaar, en Hella Haasse. Maar een pijnlijk verschil met deze twee schrijvers is dat Hermans, die toch zeker zo groot is, meer dan zes jaar lang persona non grata is geweest in zijn geboortestad.
Die status van ‘ongewenst persoon’ kwam er op neer dat de gevierde schrijver van romans als Nooit meer slapen en de Donkere kamer van Damokles jarenlang niet het woord mocht voeren in gemeentelijke of door de gemeente gesubsidieerde  instellingen in Amsterdam, en dat er grote druk op het Stedelijk Museum werd uitgeoefend om een al geopende tentoonstelling van zijn foto’s daar – wat is er nu onschuldiger dan foto’s – voortijdig te sluiten.
Hoeveel harder kun je als gemeente in de twintigste eeuw een schrijver treffen die voor zijn inkomen en bekendheid mede afhankelijk is van zijn zichtbaarheid en optredens? Wie maakt er nu een schrijver monddood?
Pas in januari 1993, toen Hermans het Boekenweekgeschenk In de mist van het schimmenrijk had geschreven en hij op het punt stond om dit boekje in Amsterdam te presenteren, nota bene op particulier terrein (!), liet burgemeester Ed van Thijn de schrijver weten dat de boycot officieel beëindigd werd, al weigerde hij ook toen nog expliciet om voor de halsstarrige houding van de Gemeente excuses aan te bieden. Van Thijn stond ook nog altijd achter het jarenlange gemeentelijke boycotbeleid, zo liet hij Hermans weten. Hij schreef zijn verzoenende brief aan Hermans alleen maar ‘omdat daar van verschillende kanten op is aangedrongen’. Als het aan Van Thijn zelf had gelegen, had het onrecht dat Hermans zesenhalf jaar lang werd aangedaan tot op de dag van vandaag voortgeduurd. Want een onrecht mag je het toch wel noemen. Het enige wat Hermans had misdaan in de ogen van de Gemeente Amsterdam, was dat hij naar Zuid Afrika was gegaan, hoewel er door enkele internationale organisaties was opgeroepen om het land te boycotten vanwege zijn apartheidsregiem.

Je zou denken dat een land met een verwerpelijk regiem juist heel vaak en heel lang bezocht moet worden door schrijvers en journalisten, zodat ze zich uit eigen ervaring een oordeel kunnen vormen over zo’n land om daar dan boeken over te schrijven. Maar in de ogen van de gemeente was voor Hermans alleen het wegblijven uit omstreden situaties toegestaan.
De feestelijke onthulling van de gedenksteen aanstaande dinsdag, in aanwezigheid van de familie Hermans, zou een mooie gelegenheid zijn om dit onrecht nu eindelijk ongedaan te maken. Burgemeester Halsema zou er goed aan doen om de familie Hermans zonder restricties excuses aan te bieden voor de smadelijke behandeling van een van Amsterdams grote zonen.
Willem Frederik Hermans mag dan later naar Groningen en Parijs zijn verhuisd, niet ontkend kan worden dat hij altijd een Amsterdams schrijver is gebleven. Hij is hier geboren en getogen en vond hier zijn eerste inspiratie. ‘Wim Hermans’ debuteerde als scholier op het Barlaeus Gymnasium, maakte hier de voor hem zo belangrijke oorlogsjaren mee, studeerde hier en schreef hier zijn eerste, beroemd geworden verhalen en romans.
Er zal zich na dinsdag niet gauw meer zo’n mooie gelegenheid voordoen om het onheuse optreden van het  gemeentebestuur recht te zetten.

 

 

Eén reactie

  1. Onheuse optreden Gemeente rechtezetten zou de stad sieren, op fouten terugkomen hoort er ook bij.

Geef een reactie