Jeroen Brouwers en de P.C. Hooftprijs – Bij de dood van een moeilijk mens

Berlijn, 2008. Vallende mastodonten…
Door Reinjan Mulder
In bijna alle necrologieën die ik vandaag over de schrijver Jeroen Brouwers las, komt het even aan de orde. Brouwers was een van die paar schrijvers die jaar in jaar uit werden ‘genoemd’ als mogelijke – of zelfs waarschijnlijke – winnaar (eig. verkrijger) van een van de volgende nationale oeuvreprijzen voor literatuur, de P.C. Hooftprijs, maar in al die jaren dat hij zo in brede kring werd opgevoerd, kreeg hij die fel begeerde prijs uiteindelijk nooit.
In NRC Handelsblad schrijft Thomas de Veen vandaag, in een tweede, wat bijgewerkte versie, dat Jeroen Brouwers zijn kansen op de P.C. Hooftprijs waarschijnlijk voorgoed verspeelde toen hij met veel misbaar een keer de Prijs der Nederlandse Letteren weigerde omdat hij die te laag gedoteerd vond. Ik denk dat dit de waarheid niet helemaal dekt.
De Prijs der Nederlandse Letteren krijg je als Nederlandse schrijver of dichter doorgaans pas nadat je de P.C. Hooftprijs al in je bezit hebt. Het is een overkoepelende Nederlands-Vlaamse prijs voor de echte toppers uit beide landen, Reve, Mulisch, Hermans. Een eindpunt, en zeker geen tussenstation, zoals de Haagse Constantijn Huygensprijs.
In al die jaren dat ik van nabij de besloten discussies over de P.C. Hooftprijs een beetje mocht volgen, hoorde ik echter altijd dat er in elke proza-jury wel een paar fervente tegenstanders van Jeroen Brouwers’ bekroning zaten, zoals er, dat moet gezegd, ook altijd overtuigde voorstanders van hem waren. Maar zoals dat gaat met literaire prijzen: alleen schrijvers die niet al te veel heftig verzet wekken, komen voor de hoogste onderscheiding in ons land in aanmerking.
In de Nederlandse literatuur zijn er in de laatste halve eeuw al heel wat heethoofden geweest die (in beginsel) voor de P.C. Hooftprjs in aanmerking zijn gekomen. Denk aan Gerard Reve, een W.F. Hermans, een Jan Wolkers, ja, zelfs een recalcitrant als Hugo Brandt Corstius kreeg hem uiteindelijk toch nog eens uitgereikt. Maar alleen Jeroen Brouwers kreeg de prijs in al die jaren dat hij werd genoemd, nooit toegekend.
Of dat terecht is, zou ik niet kunnen zeggen. Sinds hij mij (meer…)