Marli Huijer (54) en Reinjan Mulder (60) bedwingen Brockenberg (1.145 m)
Door onze reisredactie
SCHIERKE – 30 april 2009. De hoogste berg van Noord-Duitsland, de Brocken, is deze week in recordtempo bedwongen door twee al wat oudere, Nederlandse wandelaars: Marli Huijer (54) en Reinjan Mulder (60) uit Amsterdam. Zij beklommen de 1.142 meter hoge berg tijdens een meerdaagse wandeling in het voetspoor van Heinrich Heine, die de tocht in het najaar van 1824 maakte, en ze waren al binnen vier uur boven op de licht besneeuwde top.
Anders dan in Heine’s tijd is de Brockenberg tegenwoordig ook bereikbaar per smalspoor, de Brockenbahn, maar de Nederlands wandelaars vonden dit vervoermiddel, al was het dan een stoomtractie, ‘in strijd met de historische werkelijkheid’.
‘Waarom zouden wij niet kunnen wat Heine kon?’ aldus een opgewekte Reinjan Mulder.
Net als Heinrich Heine begonnen de klimmers hun Harzreise 185 jaar na dato in het vriendelijke universiteitsstadje Göttingen, waar de jonge Heine indertijd rechten studeerde, en overnachtten ze de eerste nachten in de nog altijd schilderachtige plaatsjes Osterode en Claustahl en het voormalige DDR-stadje Goslar. Zij kregen daardoor meer inzicht in de enorme afstanden die Heinrich Heine moet hebben afgelegd, en ook in het moeizame tempo waarmee hij in zijn tijd te maken had.
Op de onherbergzame Brockenberg zelf overnachtten de twee Nederlandse wandelaars, anders dan Heinrich Heine, niet. Toen ze er tegen zes uur ’s avonds aankwamen, was de top, zoals vaak in deze tijd van het jaar, in dichte mist gehuld. Reinjan Mulder: ‘De temperatuur was inmiddels gedaald tot 2 graden Celsius en we hadden weinig zin in om voor 200 euro zonder enig uitzicht te dineren, te slapen en daarna ook weer zonder enig uitzicht te ontbijten. We zijn dan wel wandelaars, maar we houden wel van vergezichten.’
Heinrich Heine had zijn 21ste eeuwse navolgers ook al tijdig voor het fenomeen van de mist gewaarschuwd. In 1824 pende hij in het gastenboek van het boven op de berg gelegen Brocken Haus zijn inmiddels legendarische versje:
Grosse Steine,
müde Beine,
saure Weine,
Aussicht: keine.
Gelukkig voor de Nederlandse wandelaars ging er om half zeven nog een laatste stoomtrein naar het dorpje Schierke, aan de voet van de Brockenberg, waar ze gastvrij onthaal vonden in het bekende Hotel König.
Het voormalige DDR-hotel verkeerde net in de voorfase van de jaarlijkse Walpurgisnacht (30 april / 1 mei) en in de bomen in de wijde omtrek waren al heksen zichtbaar.
Voor zover bekend zijn Marli Huijer en Reinjan Mulder de eerste Nederlanders die de in Die Harzreise beschreven tocht van Heinrich Heine zo natuurgetrouw mogelijk is, hebben nagelopen.
In 1975 volgde de journalist Martin van Amerongen de voetsporen van de Duitse dichter van de Loreley al een keer, maar anders dan de twee Amsterdammers deed hij dat al sigaren rokend en per auto, net als een medewerker van De Tweede Ronde, die in 2005 Martin van Amerongen weer nareisde. Daarbij mag nog worden aangetekend dat de vroegere zonegrens tussen de DDR en de Bondsrepubliek toen nog een flink deel van de wandeling hinderde waardoor de huidige tocht een waar novum mag heten.
Toen de Muur eenmaal gevallen was, in 1989, was er vreemd genoeg ook bijna niemand meer in Heine’s befaamde wandeltocht geïnteresseerd.
Dat is nu gelukkig veranderd. ‘Het wezen van de romantiek is natuurlijk das Wandern‘, laat Reinjan Mulder desgevraagd weten. En volgens hem is dat niet ‘zomaar’ wat lopen. ‘Das Wandern’ is het langdurig en zonder duidelijk doel te voet dwalen. Dus waarom zouden wij dan nu de auto nemen?’
Daarna zet hij uit volle borst zijn op het Gymnasium te Tiel aangeleerde lijflied Das Wandern (is des Müllers Lust) in, dat eindigt met de nog altijd wonderschone uitroep: ‘Das Wa-ha-ndern!’
Een uitvoeriger verslag van de ‘Nieuwe Harzreis’ van Marli Huijer en Reinjan Mulder, verscheen in 2010 in ‘De Groene Amsterdammer’ maar is ook elders op de website te lezen.