De jeugd van een prediker

Ik kon al snel lezen…

Door Reinjan Mulder
Het Betuwse dorp waarin ik opgroeide, had maar een paar duizend inwoners maar wel vier lagere scholen. Een christelijke, die Prinses Marijke School heette, een gereformeerde Rehoboth school en twee openbare scholen, school A, die niet op voortgezet onderwijs voorbereidde, en school B, die dat wel deed. Mijn vader was een groot voorstander van openbaar onderwijs, hij was lid van het Humanistisch Verbond en overtuigd ongelovig, dus wij gingen uit principe naar school B. Daar bleek tot zijn ontzetting echter ook bijbel-les gegeven te worden, en in een stevige brief aan het schoolhoofd maakte mijn vader daar bezwaar tegen. Dat hoorde zo niet!
Sindsdien werd aan alle ouders eerst toestemming gevraagd om aan hun kind bijbelles te laten geven. Maar  die toestemming gaven mijn ouders onmiddellijk. Zo waren ze ook wel weer. Het ging hun om het principe. Alleen katholieke ouders weigerden die toestemming daarna nog, omdat zij toen nog een andere God hadden dan alle andere ouders. Tijdens bijbellessen werden hun kinderen wekelijks twee uur lang in een andere klas gezet, waar ze op de achterste banken zwijgend ‘voor zichzelf mochten werken’. Totdat het schoolhoofd uiteindelijk ook hen wist te overtuigen dat onze bijbellessen niemand kwaad deden en de hele klas vanaf eind jaren vijftig opeens eendrachtig naar dezelfde verhalen over Daniel in de leeuwenkuil en Abraham en Isaak luisterde.
Nu wilde het toeval dat ik nogal snel was met lezen, ik had al eens een klas overgeslagen, en ik las al zo veel, en zo goed, dat in de hogere klassen niemand mij daarin overtrof.
Het gevolg was dat in onze zesde klas alle kinderen, christelijk of niet, en ook alle katholieken, elke vrijdagmiddag met luide stem uit de Bijbel kregen voorgelezen door de enige overtuigd ongelovige van ons jeugdige gezelschap.
En ook dat ik zelf mijn leven lang aardig goed thuis zou blijven in de oud- en nieuw-testamentische mythologie.
Waarin een klein dorp groot kan zijn.
Toen in 1978 in Engeland groots het John Bunyan jaar werd gevierd, was ik dan ook degene die door NRC Handelsblad werd gevraagd om een goed doorwrocht, paginagroot artikel over zijn 300 jaar eerder verschenen stichtelijke boek ‘Pilgrims Progress; te schrijven.
Op School B. had ik school gemaakt.

Geef een reactie