Haarlem: Briefwisseling Geerten Meijsing en Doeschka Meijsing in zwaar beveiligd stadhuis gepresenteerd

Reinjan Mulder: Doeschka Meijsing, 1975, uit: De Revisor III-3

Door Reinjan Mulder
Zou de Nederlandse literatuur dan toch nog gevaarlijk worden? Wie donderdag naar het Stadhuis van Haarlem ging om daar de presentatie bij te wonen van de briefwisseling tussen Geerten en Doeschka Meijsing moest even schrikken. Eerst moest je tussen een paar zwaarbewapende, gehelmde politiemannen in kogelvrije vesten door, die met de hand aan de trekker van hun mitrailleur elke bezoeker aan een kritische blik onderwierpen.
Binnen bleek het echter niet de schrijver Geerten Meijsing te zijn, die door de tot de tanden bewapende macht beveiligd moest worden, maar de Haarlemse CDA-burgemeester Jos Wienen. Eenzaam zat hij op de eerste rij van de monumentale Gravenzaal tussen allemaal lege stoelen te wachten tot Meijsing hem aan het eind van de middag het eerste exemplaar zou overhandigen van Liefdevolle rivaliteit, de correspondentie die Geerten Meijsing en zijn zuster Doeschka tussen 1979 en 2009 voerden. De burgemeester wordt op dit moment ernstig bedreigd en om hem, zijn ambtenaren en de bezoekers van zijn  Stadhuis te beschermen, is de Haarlemse politie deze week in volle staat van paraatheid gebracht.

Of het door deze zichtbare dreiging kwam, weet ik niet, maar veel mensen die op een presentatie als deze verwacht zouden mogen worden, waren er helaas niet. Om te beginnen ontbrak Nop Maas, die de briefwisseling inleidt en hem met steun van Geerten ruimschoots van noten heeft voorzien.
Ook van de erven van de in 2012 overleden Doeschka Meijsing ontbrak de belangrijkste vertegenwoordiger Xandra Schutte. En van de twee uitgeverijen die op de omslag voor de uitgave tekenen, Querido en Athenaeum, was er al evenmin iemand in de Gravenzaal om uit te leggen waarom de uitgave van de brieven meer dan anderhalf jaar werd uitgesteld en waarom Geerten Meijsing de zaak in Haarlem in zijn eentje moest klaren.

Maar wat gezegd moet worden, moet gezegd: de schrijver deed dat desondanks met volle inzet. Na een inleiding van Arjan Peters, die hem afgelopen winter in Syracuse al over het nu verschenen boek had geïnterviewd, betrad de zoon van de vroegere gemeentesecretaris van Haarlem met een stapel dikke boeken het podium om zichzelf daar in een lange traditie van grote Haarlemmers te plaatsen.
Geerten Meijsing (1950) is niet in Haarlem geboren, zoals zijn zuster Doeschka al verschillende keren schreef, maar vanaf het moment dat hij die stad als tweeënhalfjarige kleuter in een grote verhuiswagen binnenreed, heeft hij er alles aan gedaan om haar tot de zijne te maken.
Ook toen hij besloot Nederland achter zich te laten en voorgoed naar Italië te verhuizen, bleef Haarlem hem bezig houden. Dat blijkt wel uit de vele brieven daarover die nu verschenen zijn. De verbinding met Haarlem en met de in Haarlem achtergebleven familie Meijsing blijft een dankbaar onderwerp voor de dertig jaar durende correspondentie.

Daarnaast valt in de briefwisseling tussen Doeschka en Geerten Meijsing de eeuwige competitie tussen de beide schrijvers op. In haar allereerste interview uit 1975 verkondigde de dan net debuterende Doeschka Meijsing al dat zij een heel ander soort schrijver was dan haar broer, en dat hebben beiden daarna in vele toonaarden herhaald. ‘Zij wilde met andere schrijvers in contact komen,’ aldus Geerten Meijsing gisteren,  ‘ik was meer de eenling die moet vechten tegen de hele wereld.’
Het verschil met zijn geliefde én benijde zuster was ook de rode draad in de toespraak van Geerten Mejjsing donderdag. Nadat hij al zijn illustere voorgangers de revue had laten passeren (‘Er is wel iets tot stand gebracht in deze stad’), haalde hij weemoedig herinneringen op aan de tijd dat hij als kind soms met zijn vader mee naar het Stadhuis mocht en dan in de fietsenstalling beneden werd ‘geparkeerd’. Zelfs als hij berispt moest worden gebeurde dat op het Stadhuis, in de oude burgemeesterskamer, waar de kleine Geerten zo zeer van het vorstelijke uitzicht op de markt kon genieten dat de strenge woorden van zijn vader hem nauwelijks raakten. Hij keek ontzettend tegen zijn vader op:
Geerten Meijsing: ‘Mijn vader was voor mij Haarlem’.

Verscheen eerder op literaire weblog Tzum. 

 

Geef een reactie