70 miljoen sigaren! – recensie van Hella en Sandra Rottenberg’s ‘De sigarenfabriek van Isay Rottenberg’

Door Reinjan Mulder
De opkomst en de ontwikkeling van het Derde Rijk in Duitsland blijven verbazen. In een fascinerend boek over hun grootvader Isay Rottenberg (1889-1971) gaan de journalisten Hella en Sandra Rottenberg, twee nichtjes, op zoek naar een sigarenfabriek die hij in de jaren dertig gehad zou hebben in het Oostduitse stadje Döbeln, bij Dresden, en stuiten zo op de ene ongerijmdheid na de andere.
Neem alleen het bestaan van de fabriek: in al die jaren dat zij hun opa kenden, sprak hij er nooit over. De auteurs vermoeden nu dat hij zich schaamde voor zijn zo vreemd verlopen Duitse avontuur.
Toch was de ‘Deutsche Zigarren Werke’, zoals het bedrijf voluit heette, geen kleine fabriek. In de stukken die de Rottenbergs in Duitsland op het spoor komen, zien ze hoe hun grootvader er op een gegeven moment bij de instanties voor pleit om de productie van 60 miljoen sigaren per jaar op te mogen voeren naar 70 miljoen.
70 miljoen sigaren! Als je bedenkt dat een beetje sigaar tegenwoordig al gauw een euro kost, betekent dit dat hij naar de huidige begrippen jaarlijks een winkelwaarde van 60 a 70 miljoen produceerde. Zijn omzet zou nu in de tientallen miljoenen euro’s lopen.

Aanleiding voor het onderzoek van de nichtjes Rottenberg was een berichtje dat de erven van joden die schade hadden geleden door de misstanden in nazi-Duitsland opriep om een claim in te dienen.
Die achtergrond maakt dat hun onderzoek behoorlijk de diepte in gaat. Niet alleen willen ze aantonen dat hun grootvader in Duitsland ooit een sigarenfabriek in eigendom had, ze moeten ook uitvinden of die fabriek door ordinair wanbeleid verloren is gegaan of door economische ontwikkelingen, of door vervolging en roof door nazi-functionarissen. Alleen in het laatste geval maakt hun claim kans op succes.
Om achter de oorzaak van het verlies te komen reizen de Rottenbergs daarom verschillende keren naar Döbeln om daar, in de archieven en in gesprekken met ‘Heimatfreunde’, het wel en wee van de vooroorlogse sigarenindustrie uit te pluizen.
Die zoektocht levert een aantal ingewikkelde maar wel prachtige hoofdstukken op. En een – letterlijk – ongelooflijk boek. Tegelijk is hun onderzoek een interessante studie geworden naar de opkomende industrialisatie in de Duitse tabaksbranche en de rol van de vakbonden en plaatselijke politici in dat proces.
Duidelijk wordt uit het boek dat de destijds 44-jarige Amsterdammer Isay Rottenberg in de jaren dertig wilde profiteren van de nieuwe mogelijkheden om gemechaniseerd sigaren te maken. Hij deed dat met gloednieuwe Amerikaanse machines in een tijd dat Duitsland steeds sceptischer begon te staan tegenover buitenlandse import, met name uit Amerika, terwijl het land ook nog eens te maken had met een leger sigarenmakers die het vak nog met de hand beoefenden en die terecht vreesden voor werkloosheid.

‘Der Führer spricht’

Daardoorheen speelt dan het niet onbelangrijke gegeven dat Isay Rottenberg joods was en sinds een aantal jaren Nederlander. Hij was geboren in de buurt van het Poolse Lodz en woonde tot 1918 in Berlijn, maar daarna was hij naar Amsterdam verhuisd.
Die joodse achtergrond heeft zijn positie bij de sigarenfabriek uiteindelijk de das omgedaan, maar uit het boek blijkt dat dit zeker in de eerste jaren na Hitlers machtsovername nog niet zo vanzelfsprekend was. In het Saksische Döbeln kon zelfs een buitenlandse jood als Isay Rottenberg op steun rekenen van de plaatselijke machthebbers, ook als dat NSDAP’ers waren, zolang hij de werkgelegenheid maar een krachtige impuls gaf.
De sigarenfabriek van Isay Rottenberg is slechts een casestudy naar een vergeten eigenaar van een vergeten fabriek, maar door het gedegen onderzoek dat er aan ten grondslag ligt, leert het boek ons ook veel over het grote Duitsland van de jaren dertig, en over hoe daar in Nederland door sommigen naar gekeken werd. Zo blijft het verbazingwekkend dat nog in 1932 een joodse Nederlander zijn heil zocht in Duitsland, en daar de eerste jaren ook de nodige successen oogstte.
Voor Isay Rottenberg bleef Duitsland nog heel lang een moderne rechtsstaat, waarin hij door zijn verleden in Berlijn te lang vertrouwen bleef houden.

Ook geeft het boek een mooi inzicht in hoe de nazi’s worstelden met de industrialisering en andere uitingen van de moderniteit. Aan de ene kant wilden velen van hen met hun hang naar romantiek het eeuwenoude ambacht beschermen, maar aan de andere kant hadden ze wel met ontevreden fabrieksarbeiders rekening te houden en hadden ze de dagelijkse zorg voor de welvaart van de werkloze massa’s.
Daarmee wordt duidelijk dat veel plaatselijke nazi’s niet alleen een verwerpelijk gedachtegoed koesterden, maar tegelijk hun positie als politicus in het oog hielden. Als het erop aan kwam was hun antisemitisme soms meer theorie dan praktijk.

Hoe Isay Winkelman er in 1932 nu precies in slaagde om als vrij obscure Nederlander ver weg in Duitsland in een oogwenk een fabriek met bijna 700 werknemers te kopen, blijft nog altijd een beetje mistig. Zeker is dat hij erg handig was in het lenen van geld, dat hij over een goed netwerk beschikte en dat hij kennelijk ook wist hoe je een grote fabriek moest leiden. Toen hij de Deutsche Zigarren Werke kocht, was de vorige eigenaar net failliet gegaan en in Döblin zagen ze in Rottenberg om de een of andere reden de enige die de zaak weer snel op de rails zou kunnen krijgen.
Waarschijnlijk was hem dat ook wel gelukt, als er in de hogere regionen later geen vals spel gespeeld werd. Dat is in ieder geval de reden dat de claim van de kleindochters Rottenberg nu is toegewezen. Maar heel typerend is dat niet omdat zij eindelijk na lang zoeken de ware toedracht van het verlies boven water hebben gehaald, maar om een heel andere reden – die ik hier nu niet verklap.
En die nog steeds de grilligheid van allerlei hogere instanties aantoont.

Recensie van: Hella Rottenberg en Sandra Rottenberg, De sigarenfabriek van Isay Rottenberg. De verborgen geschiedenis van een joodse Amsterdammer in nazi-Duitsland. Uitg. Atlas Contact. 272 blz.  Verschijnt ook in literair weblog Tzum.            

 

Geef een reactie