Thomas Heerma van Voss: Een uitgeverij die ‘alles anders zou doen’ – Voorpublicatie uit ‘Onzichtbare boeken’

Omslag_THvV_volledigVolgende week verschijnt bij Babel & Voss Uitgevers ‘Onzichtbare Boeken’ van Thomas Heerma van Voss. Een jubileumboek van de vijf jaar bestaande uitgeverij, maar tegelijk een melancholiek verhaal over gefnuikte ambities. In ‘Onzichtbare boeken’ herinnert Heerma van Voss zich hoe hij als jongste redacteur ‘vanaf de zijlijn’ werd betrokken bij de nieuwe uitgeverij die zijn broer Daan samen met Daniël van der Meer en Reinjan Mulder had opgericht. Marja Pruis (De Groene) over Onzichtbare boeken: ‘een potentiële bestseller’. In Das Zahngold een voorpublicatie
Door Thomas Heerma van Voss
Ik werd vanaf de zijlijn bij het geheel betrokken. Misschien ben ik eigenlijk altijd wel aan de zijlijn blijven staan, hoewel mijn rol op een dag officieel benoemd werd. Mijn broer haakte na twee boeken af, hij had er geen tijd meer voor of geen zin meer in ‑ wat op hetzelfde neerkwam. Toen ik hem ernaar vroeg zei hij: ‘Ik vocht in die tijd tegen psychische malheur. En ik ergerde me ook teveel aan de eindeloze randzaken. Eigenlijk: het uitgeven zelf.’ Ik nam zijn plaats in 2011 over. Terwijl ik college kreeg over experimentele poëzie van eeuwen geleden en een docente elke leerling dwong om een bladzijde hardop voor te lezen, werd ik gebeld door Daniël. Ik mompelde dat ik naar de wc moest, haastte me de gang op en hoorde Daniël zeggen: ‘Wil je misschien redacteur worden? We hebben nog geen auteurs en betalen geen salaris. Maar het is een investering.’
Ik dacht: investeren, dat klinkt goed, dat wil ik weleens proberen. En ik deelde Daniëls overtuiging dat er nog terrein te winnen viel binnen de uitgeverswereld. Er werden zoveel boeken liefdeloos de markt op gegooid, zonder achterliggend plan, Babel & Voss zou dat veel zorgvuldiger kunnen doen. Bovendien: welke 20-jarige krijgt nou de kans zelf boeken uit te geven en te redigeren? Zonder aarzelen ging ik akkoord. Binnen een uur had Daniël een nieuwtje op de site van Babel & Voss geplaatst, ik kwam ‘het team versterken’. Vanaf die dag was ik officieel redacteur.

Nicol Ljubic in Frankfurt tussen de boeken van zijn collega-schrijver Arnold Schwarzenegger (foto Reinjan Mulder)

Onze eerste buitenlandse auteur Nicol Ljubic tussen de boeken van zijn collega-schrijver Arnold Schwarzenegger

Ons kantoor was niet gevestigd in een chique grachtenpand, zoals de uitgeverij die mijn debuut had uitgegeven. Daar hing naast de voordeur een groot goudkleurig naambord, lagen er tapijten op alle vloeren en waren de muren gevuld met een imponerende hoeveelheid auteursfoto’s. De eerste keer dat ik er kwam, leek het alsof er in alle kamers iets belangrijks gebeurde – op de ene plek was men druk aan het vergaderen, op de andere kwamen boeken van de drukker of werd er champagne gedronken vanwege een verkoopsucces.
Het kantoor van Babel & Voss lag bovenin een vervallen pand op de Wallen. Op de begane grond bevond zich een medisch hulpcentrum, waar achter een dikke glasplaat altijd een paar sjofel geklede jongvolwassenen, soms zachtjes kreunend, zaten te wachten op een dokter. Het Leger des Heils scheen nog geen honderd meter verderop te zijn.
Als wij gingen vergaderen, werden we bij binnenkomst aangestaard door tientallen lege, vermoeide ogen.
Naast de ingang hing een A4’tje met computergeschreven letters: Wij verstrekken geen methadon.
Eenmaal op kantoor – een ruimte met tl-buizen, muren waarop de restanten van een vroegere lekkage zichtbaar waren en bureaus voor tientallen freelancers – had Babel & Voss een eigen hoek, met een eigen boekenkast, een eigen bureau, een eigen administratie, een eigen stapel papieren.

Mijn voornaamste taak was het beoordelen van ingezonden manuscripten. Dat kwam neer op ongeveer één tekst per week – veel minder dan bij andere uitgeverijen, weet ik uit verhalen. Ik vroeg me regelmatig af wat een beginnende auteur, als hij niemand van Babel & Voss kende, zou bewegen om zijn tekst uitgerekend naar deze uitgeverij te sturen. Waarschijnlijk was hij door andere uitgevers al afgewezen, een vermoeden dat werd versterkt zodra ik de manuscripten las. Op enkele onbedoelde hoogtepunten in begeleidende brieven na (‘Een helderziende vrouw had mij een opdracht meegegeven acht jaar geleden, alleen ze had niet verteld welke opdracht het was, want ik zou er zelf achter komen voor mijn dertigste. Helaas bleek dit een boek te zijn, en dan vooral de inhoud van het boek.’) trof ik in geen van de manuscripten iets wat de moeite van het uitgeven of zelfs maar van het verder lezen waard was. Bij onze tweewekelijkse vergadering bracht ik altijd verslag uit, waarbij mijn oordeel zich doorgaans in één woord liet samenvatten: nee.

De moeilijkheid van het zelf uitgeven school echter niet in het vinden van titels. Tussen de ingezonden manuscripten zat weliswaar niets bruikbaars, maar om ons heen waren er genoeg ideeën. Zeker Reinjan droeg steeds nieuwe plannen aan. Voor verzamelbundels, voor vertalingen, voor debuten van beginnende Nederlandse auteurs die we via via kenden. En de moeilijkheid school evenmin in het concretiseren van die ideeën. Het lukte ons ‑ en met ons bedoel ik eigenlijk Daniël en Reinjan – om van sommige vage plannen ook boeken te maken.

Reinjan MUlder ruimte aan 'Wat we missen kunnen'

Reinjan Mulder ruikt aan ‘Wat we missen kunnen’

In 2010 verscheen het eerste boek van Babel & Voss, de door Daan, Daniël en Reinjan samengestelde bundel Wat we missen kunnen: een manifest tegen de overdaad. Dertig auteurs leverden een bijdrage – sommige waren onbekend en beginnend (zoals ikzelf), maar al met al lukte het enkele gevestigde namen mee te krijgen. Felix Rottenberg, Arie Boomsma, Micha Wertheim: ze schreven allemaal over iets wat ze missen konden. Ze richtten zich, met bijna dertig anderen, tegen boobies, tegen schaamte, tegen Nieuwnederlands, tegen reality-tv, tegen de pijp die geen pijp is, tegen provincies, tegen plagen, noem het maar op. Misschien vonden ze het idee leuk, zo’n nieuwe uitgeverij. Misschien durfden ze gewoon geen nee te zeggen. Kees van Kooten en Arnon Grunberg verklaarden in hun bijdragen beiden, los van elkaar, initiatieven als Wat we missen kunnen te kunnen missen. Grunberg schreef in zijn openingsalinea: ‘Wanneer deze bundel over een jaar of anderhalf (misschien al eerder) verramsjt zal worden zal niemand het verdwijnen ervan opmerken.’ En aan het einde van zijn stuk omschreef hij zijn bijdrage als het resultaat van ‘beleefdheid, die zich soms maar nauwelijks laat onderscheiden van lafheid’.
Maar daar lieten wij ons niet door uit het veld slaan. ‘Dit is alleen maar goed,’ zei Reinjan tijdens een van de vergaderingen. ‘Een beetje reuring is nooit weg. Er zijn zoveel uitgeverijen gebouwd op vriendendiensten en beleefdheidsstukken.’

(…)

De Volkskrant op 12-12-2014: Thomas Heerma van Voss, talent van het jaar 2015...

De Volkskrant op 12-12-2014: Thomas Heerma van Voss, talent van het jaar 2015…

‘Onzichtbare boeken’ van Thomas Heerma van Voss wordt donderdag op 27 november om 20.00 uur gepresenteerd in Boekhandel Martyrium, aan de Van Baerlestraat in Amsterdam. De auteur zal daar onder leiding van VPRO’s Anton de Goede in debat gaan met de uitgevers Reinjan Mulder van Babel & Voss en Luc de Rooy van uitgeverij Kwadraat. Toegang vrij. Aanmelden via: contact@hetmartyrium.nl.
Marja Pruis’ enthousiaste oordeel over het boek vindt u hier

3 Reacties

  1. […] Voorpublicatie – Lees vast een stukje van de tekst bij Das Zahngold, 21 nov. 2014 […]

  2. […] hier een voorpublicatie uit het verhaal. Onzichtbare boeken wordt aanstaande donderdag gepresenteerd in […]

  3. Jan Pieter Nepveu

    Onzichtbare boeken heeft mij treurig én vrolijk gemaakt. Het krijgt daarom een blijvende plek in mijn boekenkast.

Geef een reactie