Facebook: zeg me wie uw vriendens vrienden zijn, en vooral met hoeveel – en ik zeg u wie u bent

Door Reinjan Mulder

11 januari 2009: Job Lisman (r.) ontvangt de LinkedIn most shared Connections Award ( foto Jan Zandbergen

11 januari 2009: Job Lisman (r.) ontvangt van Reinjan Mulder de LinkedIn most shared Connections Award (foto Jan Zandbergen)

UPDATE – ‘Zeg me wie uw vrienden zijn, en ik zeg u wie u bent.’
Was het maar waar. Sinds de komst van Facebook is het woord vriend – u kent het verwijt – aan een sluipende inflatie onderhevig. Het hebben van een vriend zegt niets meer over ons.
Wat niet wil zeggen dat onze ‘vrienden’ op dit medium ons niets meer over onszelf kunnen leren. Natuurlijk, ze laten schaamteloos zien hoe ijdel we zijn bij het verwerven van bekende en minder bekende relaties. Maar ze leren ons ook in welke hoek ons relatienetwerk zich bevindt. En dat is zeker zo interessant.
Laat ik, om louter praktische redenen, mezelf als voorbeeld nemen. Deze week zat ik, in een moment zelfverwijfeling, eens in mijn lijst van vrienden op het fameuze te bladeren. Dat bleken er inmiddels zoveel te zijn dat ik daar weinig wijzer van werd. Maar toen ik daarna ook eens naar hún vrienden keek, de vrienden van mijn vrienden, en – interessanter nog – naar het aantal van hen dat ook tot mijn Facebook-‘vrienden’ behoort, werd het opeens veel spannender.
Waar zitten namelijk die gemeenschappelijke vrienden, die vrienden die veel vrienden met mij delen? Als ik een lijstje maak van vrienden die erg veel vrienden met mij delen, dan krijg ik de volgende namen:
1. Arjan Peters (569)
2. Eric Visser (551)
3. Paul Sebes (548)
4. Atte Jongstra (535)
5. Annette Portegies (531)
6. Judith Uyterlinde (511)
7. Ingrid Hoogervorst (502)
8. Victor Schiferli (498)
9. Louis Behre (485)
10. Christine Otten (471)
11. Pieter Steinz (458)
12. Eric Lindner (453)
13. Joost Nijsen (451)
14. Bas Heijne (449)
15. Pieter Boskma (441)
16. Jeroen Vullings (419)
17. Margot Dijkgraaf (418)
18. Kees ’t Hart (416)
19. Sasja Jansen (414)
20. Arjen Fortuin (408)

In meer dan één opzicht een interessant lijstje. Want wat bindt deze twintig ‘vrienden’ in het kwadraat?
Uiteraard zijn het zonder uitzondering mensen die het leuk of nuttig vinden om vrienden te maken op Facebook. Wie minder dan 400 Facebook-vrienden heeft, komt er niet aan te pas.
Maar er zit meer systeem in. Zo blijken mijn vrienden met veel gezamenlijke vrienden allemaal in de literatuur werkzaam te zijn. Dat is wonderlijk. Ik ben jaren lid geweest van roeiverenigingen, heb 6 jaar een middelbare school bezocht, was tien lang actief in de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN), heb familie op facebook en ik heb ook nog lang als journalist en wetenschappelijk onderzoeker gewerkt, maar al mijn dik-bevriende vrienden zijn nu schrijvers, literaire critici of functionarissen in de literatuur, en liefst – net als ik – dit alles tegelijk.

En er is méér dat helpt mij te sociaal te plaatsen. Zo is 80% van de 20 vrienden met veel gemeenschappelijke vrienden afkomstig uit mijn eigen generatie (50+) en staat mijn vroegere collega proximus, Arjan Peters, helemaal bovenaan de lijst – nog vóór Paul Sebes, de man met het dikste adressenboek en het grootste literaire relatienetwerk van Nederland.
Meteen daarop, op plaats 2, volgt bovendien mijn vroegere directeur en mede-uitgever bij uitgeverij De Geus, Eric Visser. Jarenlang waren Eric en ik twee handen op één buik… totdat Visser die positie in 2003 kwijt raakte omdat ik naar uitgeverij Meulenhoff vertrok… precies, naar het bedrijf waar Annette Portegies de scepter zwaaide, de vrouw die – als hoogste vrouw – nu op plaats 5 van mijn vrienden-met-veel-vrienden-lijstje staat.
Zo kan ik doorgaan. Hoe zou het komen dat op plaats 11 Pieter Steinz staat, mijn directe opvolger als literatuurredacteur bij NRC Handelsblad in 1997, en op plaats 20 zíjn directe opvolger daar, Arjen Fortuin?
De vrienden van mijn vrienden, dat moet wel de conclusie zijn, zijn dan misschien niet altijd mijn vrienden, zoals het Oud-Hollandse gezegde wil, maar als ze dat eenmaal zijn, dan verraadt dat veel over mijn geschiedenis. En misschien verraadt het dan ook wel veel over wie ik  ben, en, belangrijker, hoe ik sociaal en cultureel gezien in elkaar zit.
Hoe groter het aantal gemeenschappelijke vrienden dat we met iemand hebben, zo moet ik concluderen, des te groter is de kans dat we vroeger veel met hem of haar te maken hebben gehad, hetzij als naaste collega (in mijn geval Eric Visser, Annette Portegies), hetzij als opvolger (Pieter Steinz, Arjen Fortuin, Judith Uyterlinde), hetzij als naast concurrent (in mijn geval Arjan Peters, Jeroen Vullings, Ingrid Hoogervorst) – en des te dichter wij misschien ook wel in veel andere opzichten misschien wel bij hem of haar staan.
Natuurlijk, soms zijn er andere verbanden met de vrienden met veel gemeenschappelijke vrienden. Zo staan in mijn lijst van twintig ook de namen van mensen als Paul Sebes en Louis Behre. Maar dat zij veel van mijn vrienden weer kennen, mag niemand verbazen. De ene is de machtigste agent van literair Nederland, met meer dan honderd schrijvers in zijn stal en bijna evenveel uitgevers in zijn adresboek, en de andere is met zijn nog altijd succesvolle Crossing Border al meer dan twintig jaar de machtigste literaire festival-organisator van ons land. Hen wil iedereen in de literatuur wel kennen, dus waarom mijn vrienden van Facebook niet?
Blijven over de paar namen van mensen die iets verder van me af staan, zoals Christine Otten, Kees ’t Hart en Atte Jongstra. Maar zijn bijna allemaal schrijvers die, net als ik, naast hun literaire werk actief zijn geweest als criticus bij NRC Handelsblad.

Vijf jaar geleden deed ik een soortgelijke analyse op het toen nog vrij nieuwe maar inmiddels wat verbleekte sociale netwerk LinkedIn. Toen kwam de Prometheus-hoofdredacteur Job Lisman nog als hoogste van mijn connecties uit de bus. Een prestatie waarvoor hem op 11 januari 2009 op De Kring de Linked In Most Shared Connections Award werd uitgereikt.
Helaas is de goede Job Lisman dit keer met slechts 297 gemeenschappelijke vrienden er niet meer in geslaagd om tot de beste 20 van mijn dik-bevriende vrienden door te dringen. Maar op Facebook liet hij inmiddels al weten het daar niet bij te willen laten zitten.
Dus als u mijn vriend bent, of wat daar een beetje op lijkt, en als u dezer dagen onverwacht een indringend vriendschapsverzoek van Job Lisman krijgt, dan bent u gewaarschuwd. U weet dan hoe dat komt.

       

Geef een reactie