Beste Chris, gisteren heb ik je boek over ons oude Gymnasium in Tiel uitgelezen… – mail aan Chris van Esterik

Door Reinjan Mulder

Te koop: de vroegere rectorskamer aan het Tielse Kalverbos

Te koop: de vroegere rectorskamer aan het Tielse Kalverbos

Begin oktober werd in Tiel gevierd dat daar 925 jaar geleden voor het eerst sprake was van een Latijnse school. Niet dat ze daar nu nog trots op zijn. Bij een vorig jubileum van deze ‘oudste school van Nederland’, in 1962, vonden er nog spectaculaire optochten van reünisten door de stad plaats, was er een groot spetterend bal, en werd het illustere gezelschap toegesproken door de burgemeester. Dat kon er nu allemaal niet meer vanaf. De toespraak werd verzorgd door de ‘locatiedirecteur’ van de scholengemeenschap die veertig jaar geleden uit het Stedelijk Gymnasium is voortgekomen, zodat het leek alsof de stad – en misschien ook wel de nieuwe school – zich inmiddels een beetje schaamt voor dit bijzondere onderdeel van het rijke Tielse verleden.
Met het gevolg dat we nu een paar uur lang met meer dan honderd oud-leerlingen een beetje verveeld in de aula van de scholengemeenschap die uit het Gymnasium is voorgekomen zaten te wachten op wat er komen ging.
En dat was weinig. Het enige meer inhoudelijke onderdeel van de feestelijkheid was de lezing die oud-leerling Chris van Esterik hield, de auteur van ‘
No satisfaction’, het in Tiel nog steeds omstreden boek waarin hij zijn niet geringe schooltrauma’s van het Gymnasium verwerkte. Van Esterik las enkele goed gekozen fragmenten voor uit zijn boek en presenteerde – geanonimiseerd – ook een bloemlezing uit de vele reacties die hij op zijn boek had gekregen, maar dat was het dan. Van enige discussie na afloop was geen sprake.
Wat dat betreft was er weinig veranderd sinds de jaren zestig, want er was nu toch genoeg aanleiding voor een leuk debat.
Eén van die reacties die Chris van Esterik had gekregen, was afkomstig van mij. Ik herkende mijn mailtje aan hem tijdens het voorlezen al snel. Reden genoeg om het – nu het dan toch al aan de openbaarheid is prijsgegeven- maar eens terug te zoeken en het hier, ge-ont-anonimiseerd (en iets verbeterd), aan de volle openbaarheid prijs te geven.

‘Gisteren heb ik je boek No Satisfaction uitgelezen,’ zo schreef ik twee jaar geleden aan Chris, ‘en ik wil je meteen laten weten dat ik er erg van onder de indruk ben. Het is een lastige materie, zo’n pijnlijke, persoonlijke herinnering als die van jou, en dan nog gemengd met de grote sociale verschuivingen uit die tijd, maar je bent daar volgens mij uitstekend in geslaagd.
Ook de afwerking en de spanningsopbouw is je erg goed gelukt. Beter nog, vind ik dan in je vorige boek Een jongen van het dorp, waarvan ik het destijds jammer vond dat het niet wat beter geredigeerd was.
Ik was de afgelopen dagen steeds in mijn hoofd met je verhalen bezig, en droomde zelfs weer een keer van de school, wat ik al heel lang niet meer deed. Je hebt jouw boze droom nu misschien wel op ons overgedragen…
Je weet dat ik zelf veel positiever herinneringen aan het Gymnasium in Tiel heb. Mijn achtergrond was gelukkig ontwikkeld genoeg om me niet te veel van het dedain voor de lagere standen van sommige ouders en curatoren aan te hoeven trekken dat bij de Tielse elite bestond, en wij waren bij ons thuis weer te weinig chique om daar nu een schuldgevoel aan over te houden. Mijn ouders waren van huis uit Amsterdammers die in 1945 toevallig in de Betuwe waren terechtgekomen, en zij vielen daarmee grotendeels buiten de gangbare tweedeling in onze streek. Bovendien waren hun beste vrienden jaren lang de plaatselijke bankdirecteur en de huisarts. We gingen soms samen met hun gezinnen op vakantie, dus de afstand die jij als zoon van een caféhouder op het Gymnasium tot de anderen voelde, voelde ik niet zo.
Mijn stelling is ook dat ik zonder het Gymnasium in Tiel nooit had bereikt wat ik nu bereikt heb, en misschien is dat – als ik kijk naar het succes van je boek – jouw stelling uiteindelijk ook. Maar toen ik je boek eenmaal uithad, besefte ik wel dat toen jullie in 1969 in Tiel de kleine revolutie ontketenden die je in je boek zo mooi beschrijft, ik zelf al drie jaar van school af was, maar dat ik in die tussentijd, met mijn twintig jaar, in Amsterdam al in het bezette Maagdenhuis had gezeten, en dat ik diezelfde hete bezettingsweek nog op het Rokin bewusteloos was geslagen door wilde charges van de ME.
Ik voelde dat jaar kennelijk diezelfde woede als jullie in Tiel, maar uitte ik die pas aan de universiteit omdat ik – anders dan jullie0 al op mijn 17de van school af kwam.
Onze strijd om het Maagdenhuis was waarschijnlijk wel wat heftiger dan het zomaar, zonder toestemming, een shagje roken op het schoolplein, wat bij jullie in Tiel toen naar ik begrijp de belangrijkste verzetsdaad tegen het gezag was, maar waar het mij om gaat is dat onze acties, in Amsterdam en Tiel, dat jaar waarschijnlijk uit hetzelfde verlammende gevoel van angst en onmacht voortkwamen. De boosheid die jij in je boek beschrijft, herken ik heel goed. Want terwijl ik me in Tiel nog moeiteloos kon staande houden, stuitte ik in Amsterdam opeens, in de vorm van het Amsterdams Studenten Corps, op een hecht bolwerk van arrogante machthebbers. Kaalgeschoren rijkeluiszoontjes, die steevast de eerste rijen van onze collegezalen bezet hielden, en mij met mijn lange krullen absoluut niet serieus wilden nemen. Uit de hoogte spraken ze me wel eens met ‘jullie’ aan – waarmee ze dan alle minder gefortuneerde studenten dan zij bedoelden, ofwel iedereen die niet lid was van hun ‘core’.

Toen ik eenmaal ver weg in Amsterdam studeerde, liet de moeder van onze schoolgenoten *** en *** zich eens op een verjaardag in Geldermalsen (bij de bankdirecteur thuis) ontvallen dat het toch maar goed  was dat ik in Amsterdam een beetje met mijn studie opschoot, omdat ik nu al jaren ‘van onze centen’  studeerde.
Van hun centen! Terwijl ik in mijn hele leven nog nooit één cent beurs van de staat ontvangen heb, en mijn vader mij en mijn zusje elke maand weer braaf uit eigen zak een studietoelage gaf.
Het idee dat wij op andermans kosten onze studie zouden doen terwijl hun kinderen dat natuurlijk nooit zouden hoeven, was voor mijn moeder destijds zo vernederend, dat ze er meteen wéér over begon toen ze je boek gelezen had.
Ik herinnerde me bij het lezen van je boek opeens ook hoe ik nog omstreeks 1968 diep beledigd een woedende brief aan de ‘abactis’ van onze voegere Tielse Gymnasiastenvereniging schreef, toen ze ons als oud-leerlingen voor het jaarlijkse schoolfeest in Tiel had uitgenodigd, met de toevoeging dat we wel in avondkleding werden verwacht – alsof feestende Gymnasiasten echt heel andere mensen waren dan de gemiddelde Amsterdamse student.
Jij zat toen nog op school, in Tiel. Daarom kan me de woede die jij in je boek beschrijft zo goed voorstellen, Chris.
Ik voelde hem tachtig kilometer noordelijker dan jullie – uiteindelijk – zeker zo erg.

Met hartelijke groet,
Reinjan

Eén reactie

  1. wander brouwer

    Met zeer veel genoegen las ook ik No satisfaction, als was het mijn eigen verhaal. Ik ben geboren in 1937 te Culemborg, en deed het Sted. Gymnasium in Utrecht, eindexamen 195.
    Magnifieke beschrijving van de sociale/culturele ontwikkeling in de jaren ’50 en ’60. Dank voor het schrijven van dit boek .
    Wander Brouwer

Geef een reactie