‘Het beest van het Zwarte Woud’: de nieuwe roman van Nicol Ljubic – waarom vrouwen van moordenaars houden

Door Reinjan Mulder 
In de zomer van 1959 werd in Duitsland een 22-jarige man gearresteerd die ervan werd verdacht vier jonge vrouwen te hebben verkracht en vermoord. Onder veel publiciteit werd dit ‘Beest van het Zwarte Woud’ het jaar daarop tot zesmaal levenslang veroordeeld en groeide hij uit tot symbool van het absolute kwaad. Sinds de processen van Neurenberg was er niet meer zo’n zware straf tegen iemand uitgesproken en de Duitsers hadden eindelijk een nieuwe zondebok.
Zware misdadigers spreken vaak tot de verbeelding. Sommigen willen de doodstraf weer voor hen invoeren, maar anderen, naar het schijnt vaak vrouwen, willen zich juist over hen ontfermen omdat er in hun leven zoveel moet zijn misgegaan.
Over een vrouw die dit laatste wil, schreef de Duitse schrijver Nicol Ljubic het boek Als was het liefde dat bij Uitgeverij Babel & Voss verschijnt. De moordzaak in het boek is gebaseerd op die van de historische moordenaar uit het Zwarte Woud, die na zijn arrestatie – net als in het boek- uiteindelijk 49 jaren achter de tralies heeft gezeten, totdat hij in 2008 in gevangenschap stierf. In Duitsland is zijn zaak nog altijd een cause celèbre, die tot de dag van vandaag discussies oproept over het nut van vrijheidsstraffen en de mogelijkheden van resocialisering. Hebben misdadigers die anderen onmenselijk hebben behandeld zelf recht op een menselijke behandeling? Of mag je hen levenslang opsluiten?
En: was hun handelen wel zo onmenselijk? Of zijn zij zelf soms ook weer slachtoffer? Zou zo’n veroordeling ons ook kunnen overkomen?
Nicol Ljubic heeft al deze nog altijd actuele thema’s op een kunstige manier in zijn roman verweven. Naast de zedendelinquent, die in het boek Friedrich P. heet, zet hij een al wat oudere vrouw, Gerhild,  die zich jaren lang sterk maakt voor zijn vrijlating. Zij studeerde in het Berlijn van de jaren zestig en is ervan overtuigd geraakt dat misdadigers niet worden geboren maar gemaakt. Bovendien heeft haar Friedrich niet uit hebzucht gehandeld, maar uit een verlangen naar intimiteit. Ze herkent dat verlangen, lezen we, als gescheiden vrouw, en ze kan hem dat op een of andere manier vergeven.
En dan is er nog haar sceptische zoon, Benno, die Ljubic in het boek in de eerste persoon aan het woord laat. Hij logeert in het huis van zijn moeder en probeert daar tevergeefs te begrijpen wat haar bezielt. Alsof híj zoveel liefde heeft gekregen.
De emotionele passages in het boek, waarin de moeder en haar zoon worden beschreven, worden afgewisseld door veel zakelijker fragmenten uit historische justitiedossiers, lemma’s uit de encyclopedie en krantenverslagen uit de late jaren vijftig. Volgens een prachtige recensie van Kai Spanke in de Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ) van 7 januari 2013, waaraan hier het nodige is ontleend, worden zo de psychologische dimensies van de moord opzij gedreven, zodat de lezer ook in de ban komt van het monsterlijke.
Graag citeren we Spanke hier nog wat uitvoeriger: ‘Of Gerhild ook de onweerstaanbare betovering van het gruwelijke ervaart, of haar engagement voor P. in eerste instantie een afwijzing is van de Duitse wetgeving, of dat ze P. zelfs liefheeft, daarop blijft een duidelijke antwoord uit. Dat is ook niet zo verwonderlijk omdat het voorlopige in de titel al laat zien dat dit geen verhaal over duidelijke verhoudingen is. Om tenminste nog wat licht in het duister van hun verhouding te brengen gaat Gerhild na zijn dood op reis naar die plaatsen waar ze gedurende zijn verlof samen waren geweest. Dan leren we de gedreven strijdster van een andere kant kennen. Introvert en nadenkend geeft ze zich aan haar herinneringen over, waarin de moordenaar al zijn bestialiteit verliest.
Even voorzichtig komen de beschrijvingen in de derde persoon over: pas nu wordt alles haar duidelijk en vraagt ze zich af waarom ze toen niet op het idee was gekomen dat hij naar aanraking had gehunkerd, de aanraking door de wind, hij streelde zijn wangen. Waarschijnlijk had nog nooit iemand zijn wangen gestreeld.
Lubic roman Als was het liefde heeft veel thema’s. Het gaat over het kwaad en zijn oorzaken. Over schuld en boete, over verscheurde gezinnen, en onmogelijke liefde. Maar hij gaat ook over vertellen. Indrukwekkend laat Ljubic zien dat verschillende vertellers verschillende teksten voortbrengen, zelfs wanneer ze over hetzelfde of bijna hetzelfde verslag uitbrengen. Zo veranderen bij het lezen de atmosfeer en de blik op de hoofdpersonen voortdurend. Of de moordenaar uiteindelijk meer mens of duivel is, laat zich nauwelijks beantwoorden. En daarin ligt wel de grootste aantrekkelijkheid van het boek.’

Hieronder, in de vertaling van Nelleke van Maaren, een fragment uit Als was het liefde.  

Door Nicol Ljubic
Voor elke moordenaar is, blijkbaar, een passende vrouw te vinden. Daar zijn heel wat verhalen over. Clyde had zijn Bonnie, Ted Bundy bekende drieëntwintig moorden, sliep met de lijken, beet en sneed ze in stukken en trouwde vervolgens met een administratief medewerkster in de gevangenis, een verpleegster werd verliefd op een viervoudige kindermoordenaar, en mijn moeder op het ’Beest van het Zwarte Woud’, zoals hij werd genoemd.

Enthousiaste recensie van Nicol Lubic’ boek in de FAZ van 7 januari 2013

Horen deed ik het van haar vriendin, die me afgelopen jaar laat in de zomer opbelde nadat ze een paar dagen met mijn moeder in Ligurië had doorgebracht. Die vriendin had daar een oud huis. Ze vertelde dat ze een glas rode wijn zaten te drinken toen mijn moeder vroeg of de naam ‘Friedrich P.’ haar iets zei. De vriendin had wel eens van hem gehoord, zoals de meeste mensen van haar leeftijd wel eens van hem hadden gehoord. Mijn moeder vertelde dat ze hem een tijd geleden had leren kennen, en dat ze af en toe een dag samen hadden doorgebracht.
De vriendin vroeg hoe lang dat al gaande was, en mijn moeder zei: ’Een paar jaar.’
De vriendin vroeg haar wie ervan wist, en mijn moeder zei: ‘Niemand.’
‘Ik vind het zo moeilijk te begrijpen,’ zei de vriendin me, ‘iemand die vrouwen heeft vermoord, hoe kun je met zo’n man willen aanpappen?’
Het bleef even stil op de lijn. Toen zei ze: ‘Ik heb haar gevraagd of ze van hem hield.’
Misschien verwachtte ze dat ik wilde weten wat mijn moeder had geantwoord, want ze aarzelde even voor ze zei: ‘Maar ik geloof niet dat het om liefde gaat. Ze heeft zich gewoon iets in haar hoofd gezet.’
Ik wist dat mijn moeder zich inspande voor een gevangene, een gevangene die hulp nodig had omdat hij zijn straf allang had uitgezeten, maar die ze niettemin niet vrij wilden laten. Het was niet voor het eerst dat mijn moeder ten strijde trok tegen het onrecht in de wereld. Vroeger had ze zich al ingezet voor de Rode Hulp. Daarom had ik er verder ook niets achter gezocht. Ze had me verteld over een officier van justitie die het had gehad over negen poorten die zich zouden openen, en waardoor hij in de negende hel van Dante zou belanden. En over de Minister van justitie, die had verklaard dat hij voor altijd achter slot en grendel zou blijven. Omdat publieke verontwaardiging uitbleef en hij van deze maatschappij geen rechtvaardigheid te verwachten had, was het dus de taak van mijn moeder hem bij te staan.

Omslag van de Duitse editie

Dat het haar het gevoel van liefde gaf, hoorde ik pas van de vriendin. Maar dat zei ik niet tegen haar. Ik heb nagedacht over de vraag waarom ze het aan mij vertelde, en eerst dacht ik dat ze de zaak gewoon kwijt wilde en daarmee ook de medeplichtigheid waarin ze verzeild was geraakt. Maar misschien wilde ze me wel helpen door mij haar visie op de liefde van mijn moeder te laten weten. Uiteindelijk vroeg ze, misschien omdat ik de hele tijd had gezwegen, of alles in orde was. Ik zei: ‘Ja.’

Natuurlijk begon ik onderzoek te doen. Dat was niet moeilijk, hij had zelfs een uitvoerige eigen vermelding op Wikipedia. Met een reeks moorden en moordpogingen, las ik, zaaide hij in 1959 vooral in de buurt van het Zwarte Woud schrik en angst.
In zijn bekentenis zei hij later dat het bezoek aan een vertoning van de film De tien geboden van Cecil B. Demille in een bioscoop in Karlsruhe in februari 1959 de prikkel was geweest voor zijn reeks moorden, waarvan in totaal vier vrouwen het slachtoffer werden. Na de uitbeelding van de dans om het Gouden Kalf door schaars geklede vrouwen was hij tot het inzicht gekomen dat vrouwen de oorzaak van alle kwaad zijn en dat hij de opdracht had ze te straffen. Dezelfde avond nog beging hij in een park in de buurt van de bioscoop zijn eerste moord. Het lijk van zijn slachtoffer, de 49-jarige Hilde K., verkracht en vervolgens vermoord door haar keel door te snijden, werd op 26 februari 1959 bij de oprit naar de autobaan Karlsruhe-Durlach gevonden. In maart 1959 misbruikte hij in een houten hut aan de rand van Hornberg de 18-jarige Karin  W., sloeg de jonge vrouw dood met een steen en gooide haar lijk over de rivieroever bij de nabije spoorbaan. Op 31 mei 1959 vermoordde hij in een trein de 21-jarige Dagmar Kl. met een messteek in de borst, wierp haar lijk uit de rijdende trein op het Rijndalspoor in de richting Bazel, even voorbij Freiburg in Breisgau, en trok vervolgens aan de noodrem. Hij sprong uit de rein, liep terug naar het lijk van zijn slachtoffer en sleepte dat naar een landweggetje in de buurt, waar hij zich aan het dode meisje vergreep. Op 8 juni verschafte P. zich door een open venster toegang tot de kamer van een 15-jarige en verwondde haar ernstig met messteken in haar hals, maar werd door haar vader, die te hulp snelde, op de vlucht gejaagd. Op 9 juni 1959 verkrachtte hij in de buurt van Baden-Baden de 16-jarige Rita W., wurgde haar en deponeerde haar lijk in een bos, waar ze de volgende dag werd gevonden. Op 22 oktober 1960 werd hij tot zesmaal levenslange tuchthuisstraf veroordeeld, de tot dan toe zwaarste straf die een nationale rechtbank na de oorlog had opgelegd.

Misschien zal iemand zich afvragen wat ik voelde toen ik hoorde dat mijn moeder blijkbaar hield van die man. Omdat het niet te begrijpen valt. Iemand die dicht bij een moordenaar wil zijn, die verlangt naar zijn armen – daar moet een steekje aan los zijn. En dan gaat het bij die iemand ook nog om je eigen moeder. Bovendien een moeder die tot dan toe elke intimiteit heeft gemeden.
Ik zou het me gemakkelijk kunnen maken en gewoon kunnen zeggen: ik was jaloers.
(…)

De roman Als was het liefde is voor € 10,- uit voorraad leverbaar bij boekhandel ‘Over het Water’ in Amsterdam en te bestellen door overmaking van €12,50 op ING rekening NL06 INGB 0004674536, t.n.v.: Reinjan Mulder Research Editing. Vermeld op uw storting: ‘Alswashet’ plus het volledige adres waarheen het boek verzonden moet worden. Porto is in de prijs inbegrepen.
Een kort interview met Nicol Ljubic over zijn nieuwe roman
Als was het liefde is elders in Das Zahngold te vinden. En een (duitstalig) profiel van Nicol Ljubic van Marieke Smithuis is ook aanwezig.    

Geef een reactie