Interview met Susanna Tamaro: De stem van je hart

Door Reinjan Mulder 
Van de roman De stem van je hart van de Italiaanse schrijfster Susanna Tamaro werden in korte tijd meer dan een half miljoen exemplaren verkocht. Daarom ging ik maar eens met haar praten tijdens de Buchmesse in Frankfurt. ‘Om te schrijven moet je talent te hebben.’ vertelde ze me. ‘Maar dat kun je wel cultiveren. Anders blijf je de gevangene van je talent. Je gaat dan frasen schrijven die mooi zijn, maar dat is een catastrofe. In mijn boek De stem van je hart was ik juist op zoek naar eenvoud.”
Susanna Tamaro was op dat moment de meest besproken schrijfster van Italië. Van haar roman, Va’ dove ti porta il cuore, in het Nederlands vertaald als De stem van je hart, bleef maar verkopen. Het boek benaderde daarmee in Italië  al de verkoopcijfers van een schrijver als Umberto Eco.
Een groot verschil tussen de beide auteurs was echter hun instelling. Waar Eco een grote eruditie uitstraalt en een zeer gecompliceerde boodschap heeft, daar streefde Tamaro naar eenvoud. Haar simpele, maar sympathieke devies was dat de mens moet proberen zichzelf te kennen. Hij moest nagaan hoe hij geworden is wat hij is, en hij moet proberen te leven in overeenstemming met zijn persoonlijkheid.
Ik had met de schijfster afgesproken in het luxueuze Arabella Grand Hotel in Frankfurt, op een moment dat elders in de stad de Buchmesse nog in volle gang was. Tamaro was in de stad omdat ze ’s avonds een etentje heeft met haar buitenlandse uitgevers, maar dat was dan ook alles wat ze hier wil doen. Een bezoek aan het beursterrein leek haar een gruwel. Ze vertelde dat ze ’s middags een bezoek heeft gebracht aan een speelgoedwinkel en daar wat voor zichzelf heeft gekocht. “Ik ben dol op speelgoed.”

Met enige fantasie heeft Susanna Tamaro wel iets van haar beroemde oud-oom de schrijver Italo Svevo. Ze is een kleine, vriendelijke en bescheiden vrouw in een marinekleurige trui en een spijkerbroek. Niet de multi-nationale mega-ster over wie elders in Frankfurt wel weer druk zal worden onderhandeld. Ze moet er niet aan denken zich hier ook nog voor de verkoop van haar boek te gaan inspannen. Het ideaal dat haar boek De stem van je hart bepleit, volgt ze ook in haar dagelijks leven nauwgezet na. Als ik haar aan het eind van het gesprek vraag wat haar volgende project wordt, antwoordt ze dat ze het liefst helemaal niets meer zou doen. Ze heeft een leuk huis in Perugia met een tuin waarin groente groeit (‘kool en radijsjes’), en ze houdt er erg van om zelf haar eten klaar te maken.
Ik herken de wijsheden van de oude vrouw uit haar boek, die zich al evenzeer tevreden probeert te stellen met wat ze heeft en haar geluk zoekt in een bewust en evenwichtig leven. Susanna Tamaro vertelt dat de hoofdpersoon in De stem van je hart is gebaseerd op haar twee jaar geleden overleden grootmoeder. Tot haar achttiende jaar woonde ze bij deze oma in huis, in Opicina, een dorpje acht kilometer van Triëst, op de Italiaans-Joegoslavische grens. Het verhaal is daar ook gesitueerd. De grootmoeder bewoont er een huisje met een tuintje gemodelleerd naar het huis zoals ze zich dat van haar eigen grootmoeder herinnert. Wat ze in haar boek propageert is het leven volgens het patroon dat ze in haar jeugd heeft leren kennen.

De vraag is natuurlijk of deze voorkeur reel is. Kan de hele wereld nog wel als een dorp verder leven? Ik vertel haar dat de recensent van NRC Handelsblad het boek anti-intellectualistisch vindt. Maar Tamaro antwoordt dat haar keuze voor het gewone leven niet voortkomt uit luiheid of uit intellectueel onvermogen. Het is een keus gebaseerd op ervaring. Ze vertelt dat ze lange tijd in de kringen van Italiaanse intellectuelen heeft vertoefd en daar heeft gezien wat er mis ging. Toen ze achttien was, verhuisde Tamaro in haar eentje naar Rome. Samen met meer dan duizend anderen had ze toelatingsexamen gedaan voor de regisseurs-opleiding van het befaamde filmcentrum Cinecittá waar ze tot haar grote verbazing meteen was aangenomen. Ze kreeg een studiebeurs en genoot zo de eer de jongste studente te zijn in de geschiedenis van de filmschool.

Het was in het midden van de jaren zeventig. Cinecittá gonsde van het revolutionaire protest. Achteraf heeft Tamaro voor de atmosfeer waarin ze terechtkwam, geen goed woord over. “Ik kreeg een heel slechte opleiding. Er waren niet eens leraren.” Toen op een bepaald moment de uit Itali afkomstige Amerikaanse filmregisseur Frank Capra werd aangetrokken om gastdocent te worden, was dat voor haar medestudenten aanleiding om geen voet meer binnen de school te zetten. “Ze zagen hem als een kapitalistische bourgeois.”
En Tamaro? “Ik wilde best les van Capra hebben. Ik had met hem geen ideologisch probleem.”

De over het algemeen wat oudere protest-generatie waarmee Tamaro in Rome in aanraking kwam, is in De stem van de hart geportretteerd in de persoon van de moeder. Deze moeder, geboren in 1947, is de tegenpool van de naar inzicht en berusting strevende grootmoeder. Ze laat zich meeslepen door een kortzichtige, linkse retoriek en als ze een kind wil hebben besluit ze dat dit verwekt moet worden door een anonieme vader. “Als kind van haar tijd gelooft ze dat kinderen worden gemaakt door hun opvoeding.”

De stem van de hart kan worden gelezen – en zo is het waarschijnlijk ook gelezen – als een aanklacht tegen de ideen en praktijken uit de jaren zestig en zeventig. Het dochtertje dat verder zonder vader door het leven gaat, raakt in verwarring en vertrekt naar Amerika. Daar zal ze, ver van alle ideologien en conflicten, de waarheid moeten achterhalen. “De moderne jeugd,” zegt Tamaro, “is bang voor ideologieën. Ze zijn bang voor de toekomst. Vaak blijven ze thuis wonen tot ze over de veertig zijn. Het maakt hun ouders wanhopig.”
Een van de terugkerende thema’s in het boek is de vorming van iemand tot wat hij is. Wat is de invloed van de erfelijkheid? Hoe belangrijk zijn de omstandigheden waaronder je opgroeit? En: is er nog ruimte voor het toeval? Tamaro zegt met haar boek in ieder geval de invloed van de erfelijkheid weer onder aandacht te willen brengen. “Ik geloof dat erfelijkheid bij het vormen van een karakter een sterke rol speelt. Er is een tijd geweest waarin men zei dat er geen erfelijkheid bestond, maar dat was een vergissing.” Over het toeval dat in haar boek af en toe opduikt zegt ze dat ze dat liever aanduidt als het mysterie. Onder het mysterie, dat volgens de grootmoeder misschien wel met reïncarnatie te maken heeft, verstaat ze de factoren die niet uit iemands erfelijke aanleg en ook niet uit zijn omstandigheden voorkomen.

Tamaro heeft het idee dat haar boek aansluit bij de literatuur zoals die in Midden-Europa wordt geschreven, meer dan bij de Italiaanse schrijvers die ze kent. Ze wijst erop dat haar geboortestad Trist lange tijd deel heeft uitgemaakt van de Habsburgse cultuur, en dat heeft haar bepaald. “In Midden-Europa ligt mijn vorming. In Triëst is altijd veel Duits en Tsjechisch gelezen. Ik ben groot geworden met de boeken van Kafka.” Ze vertelt dat ook haar familie letterlijk uit alle hoeken van Europa afkomstig is. “Ik ben half joods, voor een kwart Hongaars, mijn overgrootmoeder was een Italiaanse die in Marseille woonde en Frans sprak, en mijn in Triëst wonende grootmoeder sprak, zoals iedereen in het Habsburgse rijk, Duits.” Zelf woonde ze de afgelopen jaren onder meer in Wenen, Boedapest en Jerusalem.
Tamaro vindt dat vooral haar debuut Het hoofd in de wolken (1989) nog de invloeden verraadt van Kafka. Ook haar twee jaar later gepubliceerde bundel Per voce sola, in het Nederlands vertaald als Love en andere verhalen, heeft weinig Italiaans. Ze beschrijft daarin mensen in de marge van de samenleving, zoals zigeuners en zwakbegaafden.

Over De stem van je hart zegt ze dat het boek er misschien makkelijk uit ziet, maar dat het erg moeilijk is geweest om het zo eenvoudig te krijgen als het nu is. “Na Love en andere verhalen had ik nog wel zo’n boek kunnen schrijven, met verhalen over outcasts, maar dat zou ik toch vervelend hebben gevonden. Elke boek moet anders zijn dan het vorige.” Haar grote voorbeeld voor De stem van je hart was het filosofische sprookje Le Petit Prince van Saint-Exupry. “Le Petit Prince is ook heel erg eenvoudig, maar tegelijk heel erg moeilijk.”

Ter voorbereiding van De stem van je hart verdiepte Tamaro zich, naar ze zegt, uitvoerig in de filosofie en de religie. Ze las over ‘alle godsdiensten ter wereld, van het chistendom tot de oosterse religies’ en ze denkt dat dit nodig was om haar boek zo te kunnen schrijven als ze deed. “Je moet eerst veel in je hoofd toelaten om er daarna iets uit te kunnen filteren. Er moet iets zijn om te bezinken, je moet kunnen kiezen.”
Ze las, zegt ze, in de voorbereidende fase ook veel over de geschiedenis van Europa. “Het verhaal van de drie generaties dat ik vertel beslaat bijna een eeuw. Hoewel de Tweede Wereldoorlog er niet direct in zit, speelt die op de achtergrond natuurlijk wel mee. Ik heb daar dus ook een studie van gemaakt.”

Ik zeg dat haar boeken opvallend vaak in de eerste persoon zijn geschreven. Er is steeds één personage aan het woord met al zijn vermoedens, angsten en zwakheden. De verhalen zijn daardoor erg direct, terwijl hun vorm heel vrij is. Er wordt associatief van het ene onderwerp op het andere overgestapt zonder dat het ongeloofwaardig wordt.
Tamaro zegt bewust voor deze vorm te hebben gekozen: “Ik merk dat veel mensen een verhaal in de eerste persoon ouderwets vinden. Vooral in Italië vinden ze dat te makkelijk. Ze denken dan dat het autobiografisch is. Maar zo is het niet. De eerste persoon is de rijkste van alle mogelijkheden. In de eerste persoon kun je het over heel veel tegelijk hebben, en heel erg diep gaan. Met de derde persoon is dat veel moeilijker.”

Tamaro denkt dat de onwennigheid tegenover de eerste persoon te maken heeft met de opkomst van de televisie. “Op de televisie worden verhalen nu bijna altijd van buitenaf verteld. Dat beperkt je mogelijkheden enorm. In de eerste persoon kan ik nog dingen zeggen die niemand kan laten zien.”

Het interview met Susanna Tamaro verscheen eerder in NRC Handelsblad van 21 oktober 1994

 

Geef een reactie