Posts Tagged ‘W.F. Hermans’

De laatste roman van W.F. Hermans: Ruisend gruis

Door Reinjan Mulder Recensie van: Willem Frederik Hermans: Ruisend gruis. Uitg. De Bezige Bij, 109 blz. Kan het toeval zijn dat een voor symbolen gevoelige schrijver als Willem Frederik Hermans zijn schrijverschap afsluit met een korte roman waarin zich na verloop van tijd de ene verstikkende woekering na de andere voordoet? Kort voor de schrijver […]

‘Malle Hugo’: bejaarde stokpaarden van W.F. Hermans

Door Reinjan Mulder Recensie van: Willem Frederik Hermans. Malle Hugo – Vermaningen en beschouwingen. Uitg. De Bezige Bij. 328 blz. 1994 Na zijn vertrek van de Groningse Universiteit in 1973 heeft W.F. Hermans, naar hij in zijn nieuwste bundel Malle Hugo laat weten, overal met kunstjes in zijn onderhoud moeten voorzien. ‘Ik ga met mijn […]

Alweer bedrog en verraad: prachtig boekenweekgeschenk van W.F. Hermans

Door Reinjan Mulder Recensie van: Willem Frederik Hermans, In de mist van het schimmenrijk. Uitg. CPNB, 1993, 95 blz. Volgens W.F. Hermans, de schrijver van het boekenweekgeschenk van 1993, is de roman een oneindig veel hoger genre dan het dagboek. Tijdens de presentatie van het geschenk in het Amstelhotel in februari 1993, legde hij dat […]

Een schrijver moet rijk zijn – Overgebleven verhalen van W.F. Hermans

Door Reinjan Mulder Recensie van: Willem Frederik Hermans, De laatste roker. Verhalen. Uitg. De Bezige Bij. 268 blz. 1991. De laatste roker, de bundel verhalen waarmee W.F. Hermans vandaag, een week voor zijn zeventigste verjaardag, in alle boekwinkels aanwezig is, kan moeilijk worden aangeduid als de nieuwe Hermans. De meeste verhalen zijn weliswaar nog niet […]

Paulina in Parijs – W.F. Hermans laatste grote roman ‘Au pair’ over zijn geliefde, tweede vaderland

Door Reinjan Mulder De eerste vijf hoofdstukken van Au pair, de laatste grote roman van Willem Frederik Hermans (1921-1995), wekken niet meteen de allerhoogste verwachtingen. Het boek heeft geen mooie openingszin zoals Nooit meer slapen (‘De portier is een invalide’). Er staan geen mooie scènes in. In korte, inleidende alinea’s begint Hermans eerst met wat ferme […]