Lees Alma Mathijsen – en: vergeet de meisjes

Door Reinjan Mulder
Recensie van: Alma Mathijsen, Vergeet de meisjes. Uitg. De Bezige Bij, 224 blz. Prijs €19,99
Op de laatste bladzijde van Alma Mathijsens roman Vergeet de meisjes staat het adres van een website: www.iriskouwenaar.nl Zoek hem maar eens op. Het is niet de website van de auteur van het boek, al heeft ze hem waarschijnlijk wel in elkaar gezet. Het is niet de website van haar uitgeverij. Het is de website over een van haar hoofdpersonen. Of nee, over die ene, mysterieuze hoofdpersoon: Iris Kouwenaar.
Zelf klikte ik het adres pas aan, toen ik het boek uit had. Toch nog maar even kijken, dacht ik, wat dat opleverde na 216 bladzijden tekst.
Nou, meer dan verwacht. Geen reclameteksten voor het boek dit keer, geen lijst van inmiddels verschenen recensies en interviews, maar een systematisch overzicht van de belangrijkste feiten uit het leven van Iris Kouwenaar (Voorhorst, 1978), inclusief de mogelijkheid om deze, net als bij Wikipedia, aan te vullen of te corrigeren.
In één klap had ik nu alles over haar op een rijtje. Moest ik in de 216 bladzijden daarvóór alles nog stukje bij beetje uit de romantekst halen, hier stond alles keurig bij elkaar, tot en met de boeken die ze de afgelopen 18 jaar had gepubliceerd.
Want dat is wel het belangrijkste wat er over Iris Kouwenaar te zeggen is: se is schrijfster. Daarbuiten is ze niet zo veel.
En ze is ook niet zomaar een schrijfster, nee: ze is een wereldberoemd Nederlands fenomeen, dank zij haar allereerste boek Antidote, dat verscheen toen ze 22 was. Daarna heeft ze nog wel meer titels gepubliceerd, maar die hebben nooit het succes gehad van haar eersteling. De laatste jaren lijkt er zelfs niets meer uit haar pen te komen.
Waarmee de roman meteen een boek wordt over schrijven en literatuur, en in het bijzonder over het schrijven in deze door hypes beheerste tijd, nu sommige schrijvers meer door de media tot leven komen dan door hun boeken. Niet voor niets is een andere hoofdpersoon, de verteller, journalist. Hij is een al wat oudere Amerikaan, die er door zijn redactie op uit gestuurd wordt om in Nederland het zwijgen van Iris Kouwenaar te ontraadselen.

Toch moet Iris Kouwenaars eerste, grote boek Antidote, 688 pagina’s dik, wel een intrigerende roman zijn geweest. De citaten eruit die Alma Mathijsen in haar boek verwerkt, stemmen soms tot nadenken, soms tot glimlachen, en soms weer tot mooie, nieuwe citaten, van de personages in haar roman, die er voor zorgen dat je dit meta-boek steeds weer verder wilt lezen. Want wie denkt dat Vergeet de meisjes de zoveelste ingewikkelde, postmoderne roman is over literatuur en literatuur over literatuur, vergist zich. Daarvoor is het veel te vlot en met veel te veel humor geschreven.
Behalve over literatuur en het schrijverschap gaat het bovendien over zo veel meer. Een zeker zo belangrijk thema in Vergeet de meisjes laat zich misschien nog het best omschrijven als ‘afhankelijkheid’, interdependentie, inclusief de vele bijzondere varianten die daarvan bestaan, zoals liefde, zorg, empathie en altruïsme.
Hoe verhouden mensen zich tot elkaar, en in het bijzonder wanneer ze een hechte, symbiotische relatie vormen, zoals schrijfster Iris Kouwenaar en haar hartsvriendin Kay? Een lesbische relatie mag je hun verhouding waarschijnlijk niet noemen. What’s in a name? Als Kay gevraagd wordt of ze op mannen of vrouwen valt, is haar antwoord: ‘Op dit moment? Geen van beiden.’ Op ieder moment kan ze wat anders zijn.
Maar wat is het dan wel? Kay’s relatie met Iris is in ieder geval ongemeen close, closer misschien nog dan wanneer ze wel op elkaar zouden ‘vallen’. Tegen de Amerikaanse journalist zegt Kay dat ze inmiddels veel meer van Iris weet dan Iris zelf. En dat is geen bluf. Zien anderen ons niet altijd veel beter dan wij zelf ons kunnen zien?

Vergeet de meisjes wordt door dit soort opmerkingen, maar meer nog door zijn uitgekiende compositie, de bijzondere vormgeving en de vaak spetterende taal, een heerlijk boek. Wie eraan begint, snapt aanvankelijk niet goed wat de setting is van het verhaal. Na de eerste paar bladzijden moest ik vooral aan het werk van Samuel Beckett denken: een manlijke ik-figuur luistert vanuit een kledingkast een dialoog tussen twee vrouwen af en ziet door de latjes heen af en toe wat flarden van hun lichamen. Maar na een paar bladzijden verandert de sfeer. Vanuit verschillende perspectieven wordt dan langzaam de rest van de wonderlijke geschiedenis duidelijk.

Ik ga die geschiedenis nu niet verklappen. De plot is wat mij betreft ook niet zo belangrijk. Veel belangrijker is de spitsvondigheid en de luciditeit waarmee alles steeds weer wordt verwoord: de absurditeiten in het verhaal, met ‘bouwvakkers’ die bladzijden lang bezig zijn een enorme boom neer te halen, de toespelingen op het moderne literatuurbedrijf, een hoofdstuk vol herinneringen in de traditie van Georges Perec, het cirkelen rond de vele vormen van vrouwengemeenschappen, en het nog altijd ondoorgrondelijke begrip ‘gender’, dat in het boek van Alma Mathijsen zo quasi-diepzinnig verwordt tot: ‘gender zonder gender’.
Vergeet de meisjes! Lezen dus maar, dit boek.

Verschijnt ook op de literaire webslog Tzum

 

Geef een reactie