De nieuwe snelfietsroute Amsterdam-Zaandstad is af

De nieuwe snelfietsroute naar Zaandam kruist halverwege een gevaarlijke busbaan.

Door Reinjan Mulder
Op vrijdag 24 maart vond eindelijk de feestelijke inwijding plaats van de nieuwe snelfietsroute Amsterdam-Zaanstad. De route had de afgelopen tien jaar heel wat voeten in aarde gehad, zodat het een wonder mag heten dat hij nog is afgekomen. Om 3 uur vertrokken drie groepen fietsers bij de pont op het NDSM-terrein in Noord in de richting van Zaandam, en onderweg werd er af en toe stilgehouden voor een toelichting door de projectleider of een van zijn medewerkers.
Het werd een nuttig en gezellig uitje voor de tientallen ambtenaren en bestuurders die uit de regio naar Noord waren gekomen, vooral toen tijdens de afsluitende borrel in een verlaten sportcomplex de ene curieuze anekdote na de andere over het Amsterdamse fietsbeleid werd opgehaald.
Dat kon allemaal niet verhullen dat het succes van de nieuwe route nog niet zo zeker is. Trots had de ‘maker’ van de route ons onderweg weliswaar de prachtige brede fietsbrug laten zien waarover tientallen fietsers elkaar voortaan tegemoet zouden rijden. Hij had het moeizame overleg met het gasbedrijf en andere publieke diensten gememoreerd over de oneffen tegelbedekking van het pad, die bij gaslekkages snel opengelegd moest kunnen worden. En op ons verzoek had hij ons onder een viaduct van de snelweg ook nog de prijs van de lantaarns genoemd die de eenzame fietsers daar ‘s nachts een veilig gevoel moesten geven: 1.500 euro per stuk, plus nog een bedragen voor de ‘radar’, die er voor zorgde dat de lantaarns naar een kwart van hun vermogen teruggingen zodra er geen fietsers in de buurt waren. Een van de vele toonbeelden van modern, duurzaam verkeersbeleid zou dit zijn waarmee de hele vervoersregio straks zijn voordeel kon doen.
Maar voor wie hem nu al moet rijden, is de nieuwe route nog lang niet ideaal. Het begint er al mee dat hij relatief veel tijd kost. Wat hemelsbreed, van Dam tot Dam, nog geen tien kilometer is, kost je fietsend en varend al gauw tussen de één en anderhalf uur, zeker als je niet op tijd bij de pont aankomt. Voor de gemiddelde forens of scholier is dat te lang. Uit eigen ervaring weet ik dat een autoforens uit Amsterdam in die tijd al lang en breed in Breda kan zitten, en een treinforens dan al zeker Eindhoven nadert.

Ook valt – in ieder geval tijdens de inwijding – op dat de bewegwijzering voor fietsers in Noord nog griezelig weinig voorstelt. Kennelijk heeft dat bij de Gemeente geen grote prioriteit gehad. Zowel de weg naar het NDSM-terrein als die vandaar naar Zaanstad staat nergens behoorlijk aangegeven. Onderweg ernaartoe stuit ik ergens op een groot, geel bord dat aangeeft dat de weg verder is afgesloten voor fietsverkeer (‘woonboten toegankelijk’), maar hoe je dan wel moet fietsen, en waarheen, staat nergens. Pas waar de fietsroute over een lang, vrij saai dijkje begint te lopen, tussen de industrietereinen en een autoweg, komt het eerste bord met ‘Snelfietsroute Zaanstad’, maar noch vanaf het centrum, noch vanuit noord is er ook maar iets wat zoekende fietsers naar dat eerste bord toe leidt.
Verder bevindt zich halverwege de route nog een behoorlijk gevaarlijk punt, waar de fietsroute de route van de snelbus kruist. Er zijn daar nu stoplichten aangebracht en er staan waarschuwingstekens, maar iedereen is het er tijdens de proefrit over eens dat dit punt vraagt om ongelukken vroeg of laat. Snelbussen komen hier met grote vaart van de snelweg rijden, eerst nog achter geluidsschermen, en pas op het laatste moment zien de chauffeurs of er onvoorzichtige fietsers op de kruising zijn. Remmen helpt dan niet veel meer.

In het algemeen is de route ook veel minder aangenaam dan je van een fietsroute zou mogen verwachten. Kilometers lang leidt hij door, onder en langs de drukste autoknooppunten van Nederland en overal zie je geluidsschermen staan en rijdende of stilstaande auto’s.
Om de voorgeschiedenis van de route te horen ben ik na mijn proefrit met Marjolein de Lange gaan praten, voormalig beleidsmedewerker van de Fietsersbond in Amsterdam. Zij vertelt over de lijdensweg die de ontwikkeling van de route heeft doorgemaakt. Eerst zat jarenlang de aanleg van de Tweede Coentunnel de plannen in de weg. Hoewel er al in 2007 over gesproken werd, kon er daardoor pas in 2014 met de uitwerking worden begonnen.
Aanzet voor de snelfietsroute was het (rijks)programma ‘Van A naar Beter’, dat bedoeld was om de ernstige fileproblematiek aan te pakken. De Lange: ‘De neiging was nog om files te bestrijden door wegen te verbreden, en de Fietsersbond is toen met plannen gekomen voor snelfietsroutes op de drukste fileknelpunten van Nederland, onder het motto: Fiets Filevrij.’ Een van die plannen was de route Amsterdam-Zaanstad, omdat de Coentunnel in die dagen in de toptien van fileknelpunten stond. Het plan werd overgenomen door het rijk en daarna verder ontwikkeld in een samenwerkingsverband van de gemeenten Amsterdam en Zaanstad, de provincie Noord Holland, Stadsdeel Noord plus de vervoersregio. Daarna heeft de Fietsersbond alleen nog maar van een afstand meegekeken, en gelobbied voor een goed ontwerp en een goede route.
Al snel werd duidelijk dat het traject geen erg levendige route zou worden, maar een weg vol verkeerslichten, kniks, en omwegen. Veel mooier zou bijvoorbeeld zijn geweest als hij meteen langs de westoever van de Noorderijplas had kunnen lopen, wat verder van de snelweg af had kunnen lopen.
Een ander probleem is dat zowel Amsterdam als Zaandam erg uitgestrekt zijn, fietsers komen uit alle hoeken van het gebied en ze waaieren al gauw weer naar alle hoeken uit. Daardoor heeft de route concurrentie van alternatieve routes, zoals via de Hempont. Voor auto;s maakt zo’n omweg van een paar kilometer niet veel uit, maar voor fietsers kan dat net teveel zijn.

Om de zien hoe de route in de praktijk bevalt heb ik drie weken na de feestelijke inwijding nog eens afgesproken met twee actieve leden van de Fietserbond afdeling Zaanstad. Zij stellen voor om voor een toelichting  naar het Van der Valk Motel langs de snelweg te komen.
Dat valt nog helemaal niet mee, op de fiets. Via een mooi en afwisselend stuk door Tuindorp Oostzaan, langs de Meteorenweg, de oude fietsroute naar Zaandam, kom ik op de nieuwe brug in het nieuwe traject uit, maar vandaar moet ik een paar keer ergens terug en dan weer een heel stuk omrijden.
Als ik na anderhalf uur puzzelen eindelijk bij het Van der Valk aankom, nemen de Zaanse fietsers me mee op een route die ze van hier met buitenlandse toeristen willen gaan fietsen. Het Van der Valk Motel heeft fietsen te huur, vertellen ze, en zij zien daar onder het motto ‘go with the local’ wel brood in. Via een stukje van de oude route rijden we helemaal naar het eind van de snelfietsroute, en daar zien we met eigen ogen hoe al het autoverkeer voor de Zoentunnel al een tijd lang stil staat. Dat gebeurt vaker, hoor ik van mijn gidsen: ‘Het is weer zover.’ Maar het gekke is dat geen van de automobilisten in de file op het idee lijkt te zijn gekomen om dan maar de fiets te nemen. Op de hele route naar de pont komen we tot aan het industrieterrein komen we vrijwel niemand tegen.

Na een klein uur fietsen, op de pont wachten en over het IJ varen, komen we ten slotte aan in de drukte achter het Centraal station, waar we op een zonnig terrasje verder praten. Tot mijn verbazing hoor ik hier dat mijn twee FB-woordvoerders uit Zaanstad zelf nooit naar hun werk fietsen. Een van hen is inmiddels gepensioneerd maar nam daarvoor altijd de trein of de auto naar Amsterdam, en de ander werkt op de VU en neemt grotendeels de auto naar Amsterdam: ‘anders is het niet te doen.’
Ik kan het niet helpen maar ik word er niet vrolijker van, en vraag me af hoeveel van de mensen die bij de feestelijke inwijding waren, nu inmiddels zelf de nieuwe snelfietsroute zullen nemen.
Toch vinden de FB’ers uit Zaanstad het een hele vooruitgang dat ze voortaan niet meer ‘kruip door sluip door’ via Tuindorp Oostzaan naar Amsterdam hoeven, en denken ze dat de snelfietsroute zeker de spits zal gaan ontlasten.

Marjolein de Lange van de FB Amsterdam denkt dat er al heel wat verbeterd kan worden als er langs de westoever van het Noorderijplas een tweede route zou komen, zodat je niet zo lang langs de snelweg hoeft te rijden, en als de rest van de route nog wat wordt ‘verdicht’: ‘Er kan veel meer levendigheid in de snelfietsroute gebracht worden, bijvoorbeeld door woningbouw erlangs.’
Ook zou het nu nogal rommelige ‘recreatieterein’ waar je nu langs komt, een stuk mooier en rustiger gemaakt kunnen worden. De Lange: ‘Dan wordt meteen het fietsen weer leuker.’
Laten we hopen dat dit allemaal snel lukt.

Verschijnt dezer dagen enigszins ingekort in ‘Oek’, het blad van de Fietsersbond Amsterdam. 

 

 

Geef een reactie