Het Stedelijk Museum bestaat nog!

Door Reinjan Mulder

Werkplaats van de beeldhouwster Barbara Hepworth, St. Ives

Werkplaats van de beeldhouwster Barbara Hepworth, St. Ives

Wanneer het Stedelijk Museum volgende week na zeven jaar sluiting eindelijk weer eens heel even open gaat, voor een tijdelijke tentoonstelling, zullen er nooit meer dan 457 personen tegelijk binnen mogen zijn. Dat heeft een woordvoerster van het Museum deze week bekend gemaakt. De vrees bestaat dat er anders doden of gewonden zullen vallen, wanneer er onverhoopt ergens brand uitbreekt.
‘Die is er dus nog steeds,’ was mijn eerste reactie toen ik het bericht in verschillende kranten las: een woordvoerster.
Heeft u zich ook wel eens afgevraagd wat al die tientallen personeelsleden de afgelopen zeven jaar hebben gedaan?
Voor de directeur is dat geen vraag. Die heeft zeven jaar lang de maar niet opschietende verbouwing in de gaten mogen houden, wat kennelijk zo’n frustrerende bezigheid is dat de ene na de andere directeur er psychisch aan onder door gaat, zodat er nu al weer een derde directeur in tien jaar zit, de uit het verre westen van Amerika overgevlogen Ann Goldstein.
(Wat doe jij voor de kost? Ik ben directeur van een dicht museum. O, wat spannend, ik ben de gepensioneerde directeur van een dicht museum.)
Maar Ann Goldstein mag de best betaalde directeur van een dicht museum zijn, zij is zeker niet de enige die daar op de loonlijst staat. Als ik me goed herinner, het is inmiddels zeven jaar geleden dus ik kan me vergissen, had het Stedelijk Museum destijds ook nog conservatoren, bewakers, suppoosten, kassieres, educatieve krachten, technisch personeel, tentoonstellingsbouwers en winkelverkopers. De hele eigentijdse santekraam.
En voorlichters, dus. Er kwam, naar me bijstaat, altijd een behoorlijke hoeveelheid informatie uit het museum op ons af, toen ik nog voor een grote krant de kunst bijhield.

De kunstenaar is even weg

De kunstenaar is even weg

Niet dat ze er altijd in slaagden de teksten van de tentoonstellingsmakers voor iedereen begrijpelijk te maken, de voorlichters, wie herinnert zich niet de moderne poëzie-experimenten van de inmiddels overleden Wim Beeren? En vergeet ook de teksten van Sandberg niet. Maar ze deden, zo te zien, net als al die andere museummedewerkers met zijn allen altijd wel heel erg hun best.
Na zeven jaar is één van hen nu dus, in dat grote, slapende paleis, wonderbaarlijk uit haar slaap gekust. De prins is door de doornenhaag gebroken. Er komt weer een persbericht uit.
Om te zeggen dat het, in die paar weken dat het open is, niet te druk mag worden in het Stedelijk Museum.
Onwillekeurig denk je aan het honderd meter verderop gelegen Concertgebouw, dat tijdens een verbouwing een paar jaar eerder, die zeker zo ingrijpend was, niet alleen vrijwel altijd open bleef, voor tweeduizend bezoekers tegelijk, maar dat ook nog eens tien keer zo snel was uitverbouwd, terwijl ondertussen het ene succes na het andere op het met stofzuigers schoon gehouden podium getoverd werd.
Ze heeft het in ieder geval wel grondig gedaan, de woordvoerster, deze week. Ik kwam het korte bericht dat ze uitgaf, meteen prominent in alle Nederlandse kranten tegen.
Dat moet je het Museum nageven.  Vroeger dacht je als kunstjournalist wel eens: hé nee, niet weer het Stedelijk Museum, in de provincie wonen ook mensen, en die hebben ook vaak mooie ideeën, die op heel mooie tentoonstellingen uitlopen. Nu denkt de krant meteen: het Stedelijk Museum? In Amsterdam? Even open voor 457 mensen?
Als dat geen voorpaginanieuws is!

Geef een reactie